Vraag: “Wat is sociale ethiek?”
Antwoord: Sociale ethiek is de verzameling van waarden en gedragingen van een bepaalde cultuur of bevolkingsgroep. Sociale ethiek varieert sterk van cultuur tot cultuur, maar meestal weerspiegelt de sociale ethiek van beschaafde samenlevingen de morele normen die in de Tien Geboden worden gegeven (Exodus 20:1-17). De meeste beschaafde culturen erkennen bijvoorbeeld dat moord, diefstal en het afpakken van andermans vrouw moreel verwerpelijk zijn, terwijl moed, edelmoedigheid en vriendelijkheid prijzenswaardig zijn. Sommige geleerden wijzen op deze universaliteit van inherente morele waarden als bewijs dat de mensheid geschapen is naar Gods beeld (Genesis 1:27). Zijn morele code is in ons DNA gegrift.
De religieuze overtuigingen van een cultuur spelen een grote rol bij de vorming van haar sociale ethiek. In samenlevingen waar joods-christelijke waarden invloedrijk zijn geweest, is de sociale ethiek over het algemeen hoger. In landen waar het christendom invloed heeft gehad, worden vrouwen bijvoorbeeld over het algemeen beter behandeld en hebben zij meer rechten. Er wordt meer waarde gehecht aan het menselijk leven, en armen en gehandicapten worden verzorgd in plaats van verstoten, zoals in sommige culturen het geval is. Wanneer we culturen met een christelijke invloed vergelijken met culturen zonder christelijke aanwezigheid, zien we een enorm verschil in de waarde die wordt gehecht aan onderwijs, liefdadigheidswerk en individuele vrijheid.
Toen God een volk voor Zichzelf schiep, moest Hij hun sociale ethiek opnieuw definiëren. De Israëlieten hadden immorele en destructieve praktijken overgenomen van de heidense volken om hen heen. Een groot deel van de wet van het Oude Testament werd gegeven om de goddeloosheid te bestrijden waarvoor God generaties eerder de zondvloed had gezonden (Genesis 6:5-7). Abrahams nakomelingen hadden zich een goddeloze sociale ethiek eigen gemaakt toen zij in Egypte woonden, dus toen God hen verloste, waarschuwde Hij hen met de woorden: “Doe niet wat zij doen in Egypte, waar jullie hebben gewoond, en doe niet wat zij doen in het land Kanaän, waar Ik jullie breng. Volgt hun praktijken niet” (Leviticus 18:3; vgl. 20:23; Deuteronomium 6:14). God eiste een nieuwe sociale ethiek van Zijn volk.
Christenen zijn geroepen om in vrede met onze culturen te leven, voor zover dat mogelijk is, zonder Gods normen te overtreden (Romeinen 12:18; Handelingen 5:29). Wanneer de sociale ethiek van onze gemeenschappen Gods morele wetten volgt, zijn wij vrij om ze over te nemen. Maar vaak zijn ze met elkaar in strijd. Bijvoorbeeld, een ongehuwd paar dat samenleeft alsof het getrouwd is, was ooit in strijd met de sociale ethiek van de Verenigde Staten. Nu echter wordt zulke immoraliteit gevierd en zelfs verwacht. Alleen omdat de sociale ethiek van een cultuur is veranderd, maakt dat een verkeerde handeling nog niet goed. Er zijn momenten waarop we moeten weigeren de signalen van de wereld te volgen en Christus moeten volgen. Sociale ethiek kan Gods ethiek niet overtroeven.
De sociale ethiek van welke samenleving dan ook kan niet onze ultieme gids zijn. Paulus schreef aan Titus, die diende op het eiland Kreta: “Een van Kreta’s eigen profeten heeft het gezegd: ‘Kretenzers zijn altijd leugenaars, slechte bruten, luie vreters.’ Dit gezegde is waar. Berisp hen daarom scherp, opdat zij gezond worden in het geloof” (Titus 1:12-13). Eerst identificeert Paulus de sociale ethiek van de Kretenzers: liegen, slecht gedrag, en luiheid werden als normaal beschouwd. Dan zegt hij tegen Titus dat hij dergelijk gedrag scherp moet veroordelen. De sociale ethiek van Kreta was onverenigbaar met een gezond geloof.
Gelovigen moeten een bijbelse ethiek hebben. Wij moeten de wereld of het systeem van de wereld niet liefhebben (1 Johannes 2:15-16); onze schat is in de hemel (Mattheüs 6:20). De aanvaarding van de maatschappij waartoe wij behoren mag nooit ons hoogste doel zijn. Waar de sociale ethiek in strijd is met Gods Woord, voegen wij ons naar de Bijbel.
Deze wereld is niet ons thuis. Wij zijn burgers van een ander koninkrijk, hier in opdracht van onze Vader, de Koning (2 Korintiërs 5:20). Terwijl wij hier leven, moeten wij al het mogelijke doen om de ethiek te eren van de streek waar wij verblijven, als dat nodig is om anderen te bereiken met het evangelie. Eerste Korintiërs 9:19-23 is Paulus’ instructie over hoe we ons moeten gedragen volgens de sociale ethiek van de mensen die we willen bereiken: “Hoewel ik vrij ben en niemand toebehoor, heb ik mijzelf voor iedereen tot slaaf gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen. Voor de Joden ben ik geworden als een Jood, om de Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als iemand die onder de wet is (hoewel ik zelf niet onder de wet ben), om hen die onder de wet zijn, te winnen. Voor hen die de wet niet hebben, ben ik geworden als iemand die de wet niet heeft (hoewel ik niet vrij ben van de wet van God, maar onder de wet van Christus sta), om hen te winnen die de wet niet hebben. Voor de zwakken ben ik zwak geworden, om de zwakken te winnen. Ik ben alles voor allen geworden, opdat ik met alle mogelijke middelen sommigen zou kunnen redden. Dit alles doe ik omwille van het evangelie, opdat ik deel zou hebben aan de zegeningen ervan”. Voor de christen moet de sociale ethiek van God altijd onze leidraad zijn.