In 1539 leidde Hernando de Soto de eerste grote Europese expeditie naar het binnenland van het zuidoostelijke deel van Noord-Amerika, een gebied dat toen bekend stond als “La Florida”. De Soto landde in de buurt van Tampa Bay, Florida, met meer dan 600 mannen, en hoopte in Noord-Amerika rijkdommen te vinden zoals het goud en zilver dat andere Spaanse ontdekkingsreizigers in Midden- en Zuid-Amerika hadden ontdekt. De Soto en zijn mannen verkenden het huidige gebied van Florida, Georgia, de Carolinas, Tennessee, Alabama, Mississippi en Arkansas, waarbij ze vaak in conflict kwamen met inheemse stammen. In het voorjaar van 1542 stierf de Soto aan koorts. Zijn mannen probeerden een landroute door Texas naar Mexico te vinden, maar werden gedwongen om te keren door slinkende voorraden.
In juni 1543 voeren ze de Mississippi af in zeven boten, die zes weken later de Golf van Mexico opvaarden met 311 overlevende Spanjaarden en een onbekend aantal Indiaanse slaven.
Deze gravure toont Hernando de Soto’s ontdekking van de Mississippi rivier op een punt onder Natchez op 8 mei 1541. De Soto (1500-1542) was de eerste Europeaan die de rivier documenteerde. De afbeelding toont hem en zijn mannen bij het naderen van de rivier en een groep indianen die daar hun kamp opslaan. In het midden beweegt de Soto, rijdend op een wit paard, zich naar de Amerikaanse Indianen toe, die voor hun tipi’s toekijken. Een opperhoofd reikt de Soto een vredespijp aan. Op de donkere voorgrond staan mannen afgebeeld met wapens, harnassen en kanonnen. Een monnik bidt terwijl mannen een kruisbeeld in de grond zetten.
Gebaseerd op een schilderij van William Henry Powell, dat in opdracht van het Congres werd gemaakt voor de Rotunda van het Capitool, werd De ontdekking van de Mississippi door De Soto A.D. 1541 in 1855 in de Rotunda opgehangen, waar het door duizenden bezoekers zou worden bekeken. Powells schilderij, dat slechts enkele jaren na het einde van de Mexicaans-Amerikaanse oorlog (1846-1848) werd voltooid, waarbij de Verenigde Staten meer dan 500.000 vierkante mijl aan grondgebied verwierven, riep de Amerikaanse aspiraties op tot ontdekking, expansie en verovering. Een kunstcriticus noemde het schilderij een “weergave op het doek van de . . . onderwerping van de Indiaanse stammen, en de belangrijke rol die religie, gekoppeld aan geweld, speelde bij de verovering van de Nieuwe Wereld.”
Deze gravure, uitgegeven door Johnson, Fry & Co, verscheen in 1858, drie jaar nadat het originele schilderij was aangebracht.
National Intelligencer, 20 december 1853, in Henri L. Stuart, William H. Powell’s Historical Picture of the Discovery of the Mississippi by De Soto, A.D. 1541 (New York: Baker, Godwin & Co., 1853).
>