CHARLES HAMILTON HOUSTON (3 september 1895 – 22 april 1950)
Charles Hamilton Houston was een Amerikaans advocaat en pedagoog die een belangrijke rol speelde bij het leggen van de juridische basis die leidde tot uitspraken van het Hooggerechtshof van de V.S. die rassenscheiding in openbare scholen verbood.Amerikaanse Hooggerechtshof die rassenscheiding in openbare scholen verbood.
Houston studeerde af als een van de zes valedictorians van Amherst (Mass.) College (B.A., 1915). Na twee jaar les te hebben gegeven aan de Howard University in Washington, D.C., meldde hij zich aan bij het Amerikaanse leger en werd benoemd tot eerste luitenant infanterie in een gesegregeerde trainingseenheid. Later werd hij opnieuw in dienst gesteld als tweede luitenant in de veldartillerie en diende hij tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk en Duitsland.
Na zijn ontslag in 1919 schreef Houston zich in aan de Harvard Law School (LL.B., 1922; D.J.S., 1923), waar hij de eerste zwarte redacteur was van de Harvard Law Review. Daarna studeerde hij burgerlijk recht aan de universiteit van Madrid. Nadat hij in 1924 tot de balie was toegelaten, oefende hij tot 1950 samen met zijn vader de advocatenpraktijk uit.
Als vice-decaan en later decaan van de Howard University Law School (1929-35) maakte Houston van deze school een belangrijke instelling, die in die tijd bijna een kwart van de zwarte rechtenstudenten van het land opleidde. Tijdens zijn ambtstermijn werd de school geaccrediteerd door de Association of American Law Schools en de American Bar Association. Houston leverde belangrijke bijdragen aan de strijd tegen rassendiscriminatie.
Van 1935 tot 1940 was hij speciaal raadsman voor de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), waarbij hij een aantal belangrijke zaken op het gebied van burgerrechten bepleitte voor het U.S. Supreme Court. In State ex rel. Gaines v. Canada (1939) betoogde Houston dat het ongrondwettelijk was dat Missouri zwarten uitsloot van de rechtenfaculteit van de staatsuniversiteit, terwijl er volgens de “separate but equal” bepaling geen vergelijkbare faciliteit voor zwarten bestond binnen de staat. Houston’s inspanningen om de juridische theorie van “apart maar gelijk” te ontmantelen werden na zijn dood in 1950 bekroond met het historische Brown v. Board of Education (1954) besluit, dat segregatie in openbare scholen verbood.
Houston’s bijdragen aan de afschaffing van juridische discriminatie werden tot na zijn dood grotendeels niet erkend. Hij werd postuum onderscheiden met de Spingarn Medaille van de NAACP in 1950. Verschillende openbare scholen dragen zijn naam, evenals het hoofdgebouw van de Howard University School of Law. Ook een hoogleraarschap rechten en verschillende studentenorganisaties eren Houston.