Op. cit. is een afkorting van de Latijnse uitdrukking opere citato, wat betekent “in het geciteerde werk”. Het wordt gebruikt in een eindnoot of voetnoot om de lezer te verwijzen naar een eerder geciteerd werk, ter vervanging van de herhaling van de volledige titel van het werk.
Op. cit. verwijst de lezer dus naar de bibliografie, waar de volledige citatie van het werk te vinden is, of naar een volledige citatie die in een eerdere voetnoot is gegeven. Op. cit. moet dus nooit alleen worden gebruikt, want dat zou betekenisloos zijn, maar meestal met de achternaam van de auteur, of een andere korte aanwijzing naar welk werk wordt verwezen.
Bijv. een werk getiteld The World of Salamanders (1999) van Jane Q. Smith, zou de stijl typisch zijn “Smith op. cit.”, meestal gevolgd door een paginanummer, om de lezer te verwijzen naar een eerdere volledige citatie van dit werk (of met verdere verduidelijking zoals “Smith 1999, op. cit.” of “Smith, World of Salamanders, op. cit.”, als twee bronnen van die auteur worden geciteerd).
Voornamen of initialen zijn niet nodig, tenzij in het werk twee auteurs met dezelfde achternaam worden geciteerd, aangezien het doel van het gebruik van op. cit. de economie van de tekst is.
Voor werken zonder een met name genoemde auteur kan de titel worden gebruikt, b.v. “CIA World Fact Book, op. cit.”. Zoals gebruikelijk met buitenlandse woorden en zinsdelen, wordt op. cit. meestal cursief weergegeven.