Zucchetto

Alle gewijde leden van de Latijnse Kerk van de Katholieke Kerk hebben het recht de zwarte zucchetto te dragen (tenzij zij tot een hogere rang zijn bevorderd), die wordt gedragen met de toog of het liturgisch gewaad. De zucchetto wordt altijd onder de mijter of de biretta gedragen. Dit is de reden voor twee van de alternatieve namen voor de zucchetto, subbirettum en submitrale. De zucchetto wordt nooit gedragen met een kostuum. De amarant en scharlakenrode zucchetti worden beschouwd als een symbolische eer die aan de prelaat wordt verleend. Op zijn beurt is de prelaat bevoorrecht om zijn zucchetto te dragen, niet gerechtigd.

De gangbare traditie is dat de geestelijke de zucchetto betrekt hetzij bij een kerkelijke kleermaker hetzij bij een kerkelijke detailhandel. Er bestaat ook een traditie dat vrienden de pas benoemde bisschop zijn eerste zucchetto kopen.

Een prelaat van lagere rang moet altijd zijn keppel afzetten voor een prelaat van hogere rang; alle prelaten moeten hun zucchetti afzetten in aanwezigheid van de paus, tenzij de paus hen opdraagt dit niet te doen.

De zucchetto wordt gedurende het grootste deel van de mis gedragen, wordt bij het begin van het Voorwoord afgedaan en bij het einde van de Communie, wanneer het Heilig Sacrament wordt opgeborgen, weer teruggelegd. De zucchetto wordt ook niet gedragen bij een gelegenheid waarbij het Heilig Sacrament wordt getoond. Een korte zucchetto standaard bekend als een funghellino (“kleine paddestoel”, meestal gemaakt van messing of hout) kan in de buurt van het altaar worden geplaatst om een veilige plaats te bieden voor de zucchetto wanneer deze niet wordt gedragen.

Gelovigen geven vaak hun keppeltjes weg aan de gelovigen. Deze praktijk, die in de moderne tijd door paus Pius XII werd ingevoerd, bestaat erin de zucchetto als aandenken aan de gelovigen te geven, wanneer deze een nieuwe als geschenk krijgen. Pausen Johannes Paulus II, Benedictus XVI en Franciscus hebben dit gebruik voortgezet. De paus kan ervoor kiezen de bezoeker niet zijn eigen zucchetto te geven, maar de geschonken zucchetto even op zijn hoofd te plaatsen als zegening, en het dan terug te geven. Bisschoppen, kardinalen en aartsbisschoppen zoals Fulton J. Sheen gaven vaak hun oude zucchetto in ruil voor het nieuw aangeboden exemplaar; Sheen gaf zijn zucchetto ook als aandenken aan leken die erom vroegen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.