- Romeinen 3:23
- Acts 16:31
- Romeinen 5:8
- Romeinen 10:12-13
- Luke 19:10
- Johannes 10:28
- Johannes 6:47
- Johannes 6:40
- Johannes 5:24
- Acts 3:19
- James 2:10
- Proverbs 14:1
- Efeziërs 2:8-9
- 1 Johannes 5:13
- Romeinen 8:1
- Romeinen 5:21
- Romeinen 5:19
- Romeinen 5:12
- Romeinen 5:10
- Romeinen 5:9
- Romeinen 5:6
- Romeinen 5:1
- 2 Korintiërs 6:2
- Luke 19:10
- John 1:12
- Romeinen 10:11
- Markus 16:15
- Mattheus 5:15-16
- Psalmen 105:1
- 1 Petrus 3:15
Romeinen 3:23
Want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God. (Romeinen 3:23)
Acts 16:31
Gelooft in de Here Jezus, zo zullen u en uw gezin gered worden,” antwoordden zij hem. (Handelingen 16:31)
Romeinen 5:8
Maar God betoont Zijn liefde jegens ons, dat Christus, toen wij nog zondaars waren, voor ons gestorven is. (Romeinen 5:8)
Romeinen 10:12-13
Er is geen verschil tussen Jood en heiden, want dezelfde Heer is Heer van allen, en zegent overvloedig zovelen als Hem aanroepen, want een ieder, die de naam des Heren aanroept, zal zalig worden. (Romeinen 10:12-13)
Luke 19:10
Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. (Lucas 9:10)
Johannes 10:28
Ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen nimmermeer verloren gaan, en niemand zal ze uit mijn hand rukken. (Johannes 10:28)
Johannes 6:47
Ter waarheid zeg Ik u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven. (Johannes 6:47)
Johannes 6:40
Want het is de wil van mijn Vader dat een ieder die de Zoon erkent en in Hem gelooft, eeuwig leven zal hebben, en Ik zal hem opwekken op de jongste dag. (Johannes 6:40)
Johannes 5:24
Voorwaar, Ik zeg u: wie mijn woord hoort en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en zal niet geoordeeld worden, maar is overgegaan van de dood in het leven. (Johannes 5:24)
Acts 3:19
Doe daarom, opdat uw zonden mogen worden uitgewist, bekeert u en bekeert u tot God, opdat er tijden van rust van de Here mogen komen. (Handelingen 3:19)
James 2:10
Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt in gebreke blijft, is schuldig haar allen te hebben overtreden. (Jakobus 2:10)
Proverbs 14:1
Een wijze vrouw bouwt haar huis;
een dwaze vernietigt het met haar handen. (Spreuken 14:1)
Efeziërs 2:8-9
Voorwaar, door genade zijt gij behouden, door het geloof; dit komt niet uit uzelf, maar is een gave van God, 9 niet uit werken, opdat niemand roeme. (Efeziërs 2:8-9)
1 Johannes 5:13
Ik schrijf u deze dingen, die gelooft in de naam van de Zoon van God, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt. (1 Johannes 5:13)
Romeinen 8:1
Het leven door de Geest
Er is nu dus geen veroordeling meer voor hen die met Christus Jezus verenigd zijn. (Romeinen 8:1)
Romeinen 5:21
Omdat, gelijk de zonde in de dood heerschte, alzo ook de genade heerschte, die ons rechtvaardiging en eeuwig leven geeft, door Jezus Christus, onzen Heere. (Romeinen 5:21)
Romeinen 5:19
Want gelijk door de ongehoorzaamheid van de ene velen tot zondaars gemaakt zijn, alzo zullen door de gehoorzaamheid van de ene velen rechtvaardig gemaakt worden. (Romeinen 5:19)
Romeinen 5:12
Van Adam de dood; van Christus het leven
Door één mens is de zonde in de wereld gekomen, en door de zonde de dood; en zo is de dood over alle mensen gekomen, omdat allen gezondigd hebben. (Romeinen 5:12)
Romeinen 5:10
Want indien wij, toen wij vijanden van God waren, met Hem verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven! (Romeinen 5:10)
Romeinen 5:9
En nu wij door Zijn bloed gerechtvaardigd zijn, hoeveel te meer zullen wij door Hem gered worden van de straf Gods! (Romeinen 5:9)
Romeinen 5:6
Omdat wij niet in staat waren onszelf te redden, is Christus op de vastgestelde tijd voor de goddelozen gestorven. (Romeinen 5:6)
Romeinen 5:1
Vrede en vreugde Bijgevolg, daar wij door het geloof gerechtvaardigd zijn, hebben wij vrede met God door onze Here Jezus Christus. (Romeinen 5:1)
2 Korintiërs 6:2
Want Hij zegt:
“Op de gunstige tijd heb Ik u gehoord,
en op de dag der verlossing heb Ik u geholpen.”
Ik zeg u, dit is Gods gunstige tijd; vandaag is de dag der verlossing! (2 Korintiërs 6:2)
Luke 19:10
Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.(Lucas 19:10)
John 1:12
Maar zovelen Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden, hun die in Zijn naam geloven. (Johannes 1:12)
Romeinen 10:11
Zo zegt de Schrift: “Wie op Hem vertrouwt, zal nooit teleurgesteld worden.”(Romeinen 10:11)
Markus 16:15
Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld en verkondigt de blijde boodschap aan alle schepselen. (Markus 16:15)
Mattheus 5:15-16
Niemand steekt een lamp aan om die met een doos te bedekken. Integendeel, het wordt op de schoorsteenmantel gezet om licht te geven aan allen die in huis zijn. 16Schijn uw licht voor allen, opdat zij uw goede werken zien en de Vader in de hemel loven. (Mattheüs 5:15-16)
Psalmen 105:1
Dankt de Heer, roept zijn naam aan;
maakt zijn werken bekend onder de volken. (Psalmen 105:1)