Studieopzet: Retrospectief vergelijkend onderzoek.
Doelstelling: Het identificeren van het nut van epidurale anesthesie voor postoperatieve pijn zonder opioïd bij ademhalingsgestoorde kinderen met neuromusculaire scoliose.
Samenvatting van achtergrondgegevens: Veiligheid en adequate postoperatieve pijnbestrijding is de belangrijkste zorg bij respiratoir beperkte kinderen. In het algemeen wordt na een massaal invasieve operatie analgesie uitgevoerd met continue intraveneuze infusie van opioïden. Het opioïd neveneffect van ademhalingsdepressie kan echter van kritiek belang zijn voor deze patiënten.
Methoden: De auteurs vergeleken een groep van 5 patiënten met continue epidurale anesthesie (Epi) en een groep van 5 patiënten zonder epidurale anesthesie (Epi). De spinale correctie werd uitgevoerd onder algemene anesthesie. Aan het einde van de operatie werd bij patiënten in de Epi-groep een epidurale katheter ingebracht door een chirurg. Niet-steroïde anti-inflammatoire medicatie werd regelmatig voorgeschreven voor postoperatieve pijn; aanvullende medicatie werd toegestaan volgens hetzelfde protocol in beide groepen. Via de epidurale katheter werd 0,2% ropivacaïne continu toegediend aan 4 tot 6 ml/uur gedurende 3 dagen. De onderzoekers vergeleken de numerieke beoordelingsschaal, de frequentie van het gebruik van een bijkomende pijnstiller, de dag dat de patiënten het bed konden verlaten, en de duur van het ziekenhuisverblijf.
Resultaten: De numerieke beoordelingsschaal in de Epi-groep was elke dag significant lager dan in de Epi-groep; de frequentie van het gebruik van een extra pijnstiller was ook lager in de Epi-groep dan in de Epi-groep. Bovendien konden de onderzoekers geen complicaties, waaronder ademhalingsdepressie, vinden die verband hielden met epidurale anesthesie.
Conclusies: Continue epidurale anesthesie zou effectief en veilig kunnen zijn bij kinderen met neuromusculaire scoliose. Het zou postoperatieve pijn van scoliose chirurgie kunnen controleren zonder opioïden, die longdepressie kunnen veroorzaken. Deze pilotstudie wijst op de noodzaak van verder onderzoek om de potentiële voordelen van deze methode te bevestigen.