Oorzaak: In het begin van de 19e eeuw groeiden de Verenigde Staten in een snel tempo, als gevolg van de industrialiseringsfase met spoorwegsystemen en een stijgende vraag naar katoen, waarvoor vele kilometers ruimte nodig waren. Met al deze expansie begonnen veel burgers van de Verenigde Staten zich af te vragen waarom de Indianen er nog steeds waren en waarom ze nog niet verwijderd waren. Het was alsof men het land alleen voor zichzelf wilde hebben. Er werd ook beweerd dat de Indianen de plantages in de buurt zouden overvallen, waardoor veel boeren protesteerden tegen hun aanwezigheid. Uiteindelijk besloot president Andrew Jackson in 1830 de Indianenverhuizingwet aan te nemen, waardoor hij de Indianen naar het westen kon verplaatsen. Omdat Andrew Jackson was opgegroeid op een plantage waar Indiaanse invallen vaak voorkwamen, had hij een negatief beeld van hen en zei dat “ze inferieur waren aan de blanken”. De president had er weinig moeite mee hen weg te sturen, en zette in 1838 de ’trail of tears’ in werking.
Effecten: Een groot effect is dat de inheemse Amerikaanse bevolking sterk afnam. Tijdens de Trail of Tears leden veel Indianen aan onderkoeling, verhongering en ziekte. Meer dan 4.000 inheemsen stierven als gevolg van deze omstandigheden, waardoor de Indiaanse bevolking aan een zijden draadje hing. Een ander belangrijk gevolg was dat, aangezien slechts een handvol Indianen de gruwelijke reis overleefde, de cultuur al snel op de rand van uitsterven kwam te staan, en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds het geval.