Doctors’ Response
Eerst vroegtijdige opsporing van eierstokkanker is essentieel voor een betere overlevingskans op lange termijn en een goede levenskwaliteit.
Na elke operatie om een eierstokmassa te verwijderen, krijgt de vrouw gedetailleerde instructies over hoe ze zich thuis moet verzorgen en krijgt ze informatie over de nodige nazorg.
Als een vrouw met succes werd behandeld voor eierstokkanker, zal ze de rest van haar leven regelmatig lichamelijk onderzoek moeten ondergaan en zal ze waarschijnlijk worden ingepland om haar CA-125 niveau elke drie tot vier maanden te laten controleren.
- Zelfs als de eierstokken en andere bekkenorganen zijn verwijderd, kan restkanker onontdekt blijven.
- Om terugkerende kanker vroegtijdig op te sporen, moet de zorgverlener regelmatige bezoeken plannen, zelfs als er geen symptomen aanwezig zijn.
De behandeling van eierstokkanker moet onder leiding staan van een ervaren gynaecologisch oncoloog (een specialist in vrouwenkankers).
Een operatie is de gebruikelijke eerste behandeling van eierstokkanker. Indien mogelijk, vindt de operatie plaats op het moment van een verkennende laparotomie. De operatie wordt gepauzeerd terwijl de patholoog de biopsieweefsels snel bekijkt. In het verslag van de patholoog wordt bepaald welke structuren door de kanker zijn aangetast en of ze moeten worden verwijderd. Hierdoor wordt de vrouw een nieuwe operatie bespaard.
- Bij tumoren in stadium I mogen alleen de betrokken eierstok en eileider worden verwijderd bij vrouwen die in de toekomst zwanger willen worden. Bij vrouwen die niet zwanger willen worden, worden beide eierstokken, beide eileiders en de baarmoeder verwijderd. Dit is een hysterectomie met bilaterale (tweezijdige) salpingo-oophorectomie. Gewoonlijk worden bij deze ingreep ook de lymfeklieren rond deze organen en het omentum verwijderd. Als het type tumorcel bijzonder zorgwekkend is (graad 3 tumoren en alle stadium IC tumoren), wordt gewoonlijk ook chemotherapie gegeven.
- De behandeling van kanker in stadium II omvat verwijdering van de baarmoeder, eierstokken en eileiders, resectie (gedeeltelijke verwijdering) van elke tumor in het bekkengebied, en resectie van alle andere structuren die door de kanker zijn aangetast. Chemotherapie wordt sterk aanbevolen. De beste behandeling op dit moment bestaat uit een op platina gebaseerd middel (carboplatine) en paclitaxel (Taxol). Deze middelen kunnen worden toegediend in zes cycli van elk drie weken. Voor de toediening van deze middelen kunnen ook andere schema’s worden gebruikt.
- De behandeling in stadium III is identiek aan de behandeling in stadium II, behalve dat agressievere chemotherapie en mogelijk experimentele behandelingen worden gegeven als onderdeel van een klinisch onderzoek. Sommige vrouwen kunnen in aanmerking komen voor een directe abdominale behandeling. Dit type behandeling wordt intraperitoneale therapie genoemd. Dit type therapie is moeilijker in te nemen, maar kan de overleving verbeteren.
- De behandeling van stadium IV omvat uitgebreide debulking en multi-agent chemotherapie.
Nadat de chemotherapie is voltooid, kan de vrouw een “second-look operatie” ondergaan. Haar chirurg zal de resterende bekken- en buikstructuren onderzoeken op aanwijzingen voor achtergebleven kanker. Er kunnen vocht- en weefselmonsters worden genomen om te controleren op achtergebleven kankercellen.