Carex

DIGGING DEEPER

Plantenkenner Rick Darke merkt op dat “sedge” verwijst naar elk van de bijna 4000 soorten in de Cyperaceae familie. Het woord wordt echter meestal toegepast op het geslacht Carex. De gewone naam “sedge” komt van het Latijnse woord voor sedge, secare, wat “snijden” betekent en van het Oud-Engelse secg en het Middel-Engelse sedge, afgeleid van het Proto-Indo-Europese sek, dat ook “snijden” betekent.

Carex werd voor het eerst gekarakteriseerd door de Zweedse botanicus Carl Linnaeus in zijn Species Plantarum uit 1753. Hij noemde minder dan 30 Carex-soorten, maar zijn introductie was de aanzet tot een uitgebreide studie door botanici. Het geslacht telt nu ongeveer 2000 soorten, en een hele tak van de plantkunde, de karikologie, is gewijd aan de studie van Carex. Het is een van de grootste geslachten van vaatplanten en kan in bijna elk ecosysteem ter wereld worden aangetroffen. Terwijl de meeste geslachten met een groot aantal soorten een reeks groeivormen omvatten, zijn alle Carex-soorten kruidachtige overblijvende planten. In tegenstelling tot de echte grassen (in de Poaceae) zijn alle Carex koel-seizoensplanten. Van deze grote groep soorten zijn er bijna 500 inheems in Noord-Amerika.

De gewone naam rijmt op het gezegde “Sedges hebben randen, en biezen zijn rond, maar grassen hebben knopen van hun uiteinden tot de grond.” De “randen” verwijzen naar hun stengels, die driehoekig in doorsnede zijn. Onderscheidende bloeiwijzen, vergroeide scheden en onopvallende knopen onderscheiden hen ook van echte grassen en biezen. Botanici blijven de fijne kneepjes van Carex ontdekken en proberen de onderscheidende structuren te definiëren. Wij vinden deze illustraties van de vorm en de voortplantingsstructuren van Carex nuttig bij het leren identificeren en begrijpen van deze fascinerende planten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.