Hoe ziet de baarmoeder eruit?
De baarmoeder (ook wel ‘de baarmoeder’ genoemd) heeft een dikke gespierde wand en is peervormig. Hij bestaat uit de fundus (bovenin de baarmoeder), het hoofdgedeelte (corpus genoemd) en de baarmoederhals (het onderste deel van de baarmoeder). Ligamenten – taai, flexibel weefsel – houden de baarmoeder op zijn plaats in het midden van het bekken, achter de blaas en voor het rectum.
De wand van de baarmoeder bestaat uit 3 lagen. Aan de binnenkant zit een dunne laag, het endometrium, die reageert op hormonen – het afvallen van deze laag veroorzaakt menstruatiebloedingen. De middelste laag is een gespierde wand. De buitenste laag van de baarmoeder is een dun laagje cellen.
De grootte van de baarmoeder van een niet-zwangere vrouw kan variëren. Bij een vrouw die nooit zwanger is geweest, is de gemiddelde lengte van de baarmoeder ongeveer 7 centimeter. Bij een vrouw die niet zwanger is, maar wel eerder zwanger is geweest, neemt de omvang toe tot ongeveer 9 centimeter. De grootte en de vorm van de baarmoeder kunnen veranderen met het aantal zwangerschappen en met de leeftijd.
Hoe verandert de baarmoeder tijdens de zwangerschap?
Tijdens de zwangerschap, als de baby groeit, zal de grootte van de baarmoeder van een vrouw drastisch toenemen. Een maat om de groei te schatten is de fundale hoogte, de afstand van het schaambeen tot de bovenkant van de baarmoeder. Vanaf 24 weken meet je huisarts, verloskundige of gynaecoloog bij elk prenataal bezoek je baarmoederhoogte. Als er zorgen zijn over de groei van uw baby, kan uw arts of verloskundige u aanraden regelmatig een echografie te maken om de baby te controleren.
Fundale hoogte kan van persoon tot persoon verschillen, en veel factoren kunnen de grootte van de baarmoeder van een zwangere vrouw beïnvloeden. De fundale hoogte kan bijvoorbeeld anders zijn bij vrouwen die meer dan één baby dragen, die overgewicht of obesitas hebben of die bepaalde medische aandoeningen hebben. Een volle blaas beïnvloedt ook de meting van de baarmoederhoogte, dus het is belangrijk om uw blaas voor elke meting te legen. Een kleinere borsthoogte dan verwacht kan een teken zijn dat de baby traag groeit of dat er te weinig vruchtwater is. Als dit het geval is, zal uw arts dit nauwlettend in de gaten houden. Een grotere baarmoederhoogte dan verwacht kan daarentegen betekenen dat de baby groter is dan gemiddeld en ook dit moet worden gecontroleerd.
Als de baarmoeder groeit, kan deze druk uitoefenen op de andere organen van het lichaam van de zwangere vrouw. De baarmoeder kan bijvoorbeeld op de nabijgelegen blaas drukken, waardoor de behoefte om te plassen toeneemt.
Hoe bereidt de baarmoeder zich voor op de bevalling?
Braxton Hicks-weeën, ook wel ‘schijnbevalling’ of ‘oefenweeën’ genoemd, bereiden uw baarmoeder voor op de bevalling en kunnen al halverwege uw zwangerschap beginnen en tot aan de bevalling aanhouden. Braxton Hicks-weeën zijn meestal onregelmatig en hoewel ze over het algemeen niet pijnlijk zijn, kunnen ze ongemakkelijk zijn en worden ze in de loop van de zwangerschap steeds sterker.
Tijdens de echte bevalling trekken de spieren van de baarmoeder samen om je baby te helpen in het geboortekanaal te komen. De weeën beginnen als een golf en nemen in intensiteit toe, van de bovenkant van de baarmoeder tot aan de baarmoedermond. Je baarmoeder voelt strak aan tijdens de weeën, maar tussen de weeën door wordt de pijn minder en kun je uitrusten voordat de volgende wee begint. In tegenstelling tot Braxton Hicks worden de weeën sterker, regelmatiger en frequenter in de aanloop naar de bevalling.
Hoe verandert de baarmoeder na de geboorte?
Nadat de baby is geboren, trekt de baarmoeder weer samen om de placenta, die de baby tijdens de zwangerschap voedt, het lichaam van de vrouw te laten verlaten. Dit wordt ook wel de ‘nageboorte’ genoemd. Deze weeën zijn milder dan de weeën die tijdens de bevalling worden gevoeld. Na de bevalling blijft de baarmoeder samentrekken om hevige bloedingen, de zogenaamde ‘postpartum bloeding’, te helpen voorkomen.
De baarmoeder blijft ook na de bevalling samentrekken, vooral tijdens de borstvoeding. Dit samentrekken en aanspannen van de baarmoeder voelt een beetje aan als menstruatiekrampen en wordt ook wel ‘nageboortepijn’ genoemd.
Lees hier meer over de eerste paar dagen na de bevalling.