Zika bij baby’s en kinderen

Zuigelingen en kinderen kunnen tijdens of na de zwangerschap besmet raken met het Zika-virus. Op deze pagina worden de soorten overdracht van het Zika-virus en de mogelijke gevolgen beschreven.

Congenitale en perinatale overdracht

Zika-virus kan tijdens de zwangerschap (congenitale overdracht) of rond de geboorte (perinatale overdracht) worden overgedragen van een zwangere vrouw op haar foetus.

Congenitale of intra-uteriene overdracht van het Zika-virus doet zich voor wanneer een vrouw tijdens haar zwangerschap, maar vóór de bevalling, met het Zika-virus wordt besmet en het virus op de foetus overgaat.

Perinatale overdracht van het Zika-virus doet zich voor wanneer een vrouw binnen ongeveer 2 weken voor de bevalling met het Zika-virus wordt besmet en het virus op of rond het tijdstip van de bevalling op de zuigeling overgaat. Wanneer een zuigeling perinataal besmet raakt met het Zika-virus, kan het kind symptomen ontwikkelen zoals maculopapuleuze huiduitslag, bindvliesontsteking, gewrichtspijn en koorts. We weten niet hoe vaak perinatale Zika-overdracht voorkomt.

De informatie over perinatale overdracht is beperkt. Een asymptomatisch geval en een symptomatisch geval (met trombocytopenie en een diffuse huiduitslag) zijn gemeld. Het spectrum van klinische kenmerken dat kan worden waargenomen bij zuigelingen die het Zika-virus tijdens de perinatale periode oplopen, is momenteel onbekend.

Postnatale transmissie

Zuigelingen en kinderen kunnen het Zika-virus postnataal oplopen via andere transmissieroutes, zoals muggenbeten. Informatie over de langetermijnresultaten bij zuigelingen en kinderen met postnatale ziekte van het Zika-virus is beperkt. De meeste met het Zika-virus besmette kinderen zijn asymptomatisch of hebben een milde ziekte, vergelijkbaar met de bevindingen bij volwassenen met een Zika-virusinfectie. Totdat er meer bewijsmateriaal beschikbaar is om aanbevelingen te doen, wordt routinematige pediatrische zorg geadviseerd voor deze zuigelingen en kinderen. De behandeling is ondersteunend; dit omvat rust en vocht om uitdroging te voorkomen. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDS) mogen niet worden gebruikt totdat dengue is uitgesloten als ziekteoorzaak en moeten worden vermeden bij kinderen van <6 maanden. Aspirine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij postnatale virusziekten vanwege het risico op het syndroom van Reye. Informatie over langetermijnresultaten bij zuigelingen en kinderen met postnatale Zika-virusziekte is beperkt.

Borstvoeding

Zika-virus is aangetroffen in moedermelk.1,2 Mogelijke Zika-virusinfecties zijn vastgesteld bij baby’s die borstvoeding krijgen, maar overdracht van het Zika-virus via moedermelk is niet bevestigd.1,2 Omdat uit de huidige gegevens blijkt dat de voordelen van borstvoeding groter zijn dan het risico van verspreiding van het Zika-virus via de moedermelk, blijft het CDC moeders aanmoedigen om borstvoeding te geven, zelfs als ze zijn besmet of als ze hebben gewoond in of gereisd naar een gebied waar risico op Zika bestaat. CDC blijft het Zika-virus en de manieren waarop het zich kan verspreiden bestuderen en zal aanbevelingen bijwerken naarmate nieuwe informatie beschikbaar komt.

Guillain-Barré Syndrome

In het algemeen lijkt het risico op GBS door welke oorzaak dan ook toe te nemen met toenemende leeftijd. GBS is gemeld na infectie met het Zika-virus, hoewel een oorzakelijk verband niet is vastgesteld. Het is onduidelijk hoe vaak GBS na Zika-virusinfectie is opgetreden bij kinderen; één melding uit Brazilië verwijst naar 6 patiënten, in de leeftijd van 2-57 jaar, met neurologische syndromen (4 met GBS en 2 met acute gedissemineerde encefalomyelitis) na laboratoriumbevestigde Zika-virusinfectie. Sterfgevallen als gevolg van Zika-virusinfectie lijken zeldzaam te zijn op alle leeftijden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.