De voorstanders van een bovennatuurlijke interpretatie van N.D.E.’s houden vol dat ze “echt” zijn. De neurochirurg Eban Alexander’s “Bewijs van de Hemel” bevat zelfs een hoofdstuk getiteld “De Ultra-Realiteit”. Ik ontken niet dat mensen – veel mensen – echt N.D.E.’s hebben, met hun gerapporteerde inhoud. Zij hebben deze ervaringen echt, net zoals mensen echt dromen. Dus N.D.E.’s zijn echt in de zin van “authentiek” – ze komen echt voor. Niemand zou dit moeten ontkennen; dit te doen is een gebrek aan respect voor de overgrote meerderheid van hen die ze oprecht melden.
Er is echter nog een andere betekenis van “echt”: accuraat. Zijn N.D.E.’s, letterlijk geïnterpreteerd, accurate weergaven van een externe werkelijkheid? Dit is een heel andere vraag. Het is van cruciaal belang niet af te glijden van “echt” in de eerste betekenis naar “echt” in de tweede, maar dit is precies wat veel van de bovennatuurlijken doen. N.D.E.’s komen echt voor. Maar we kunnen hieruit niet afleiden dat zij nauwkeurig de leiding door overleden dierbaren naar een niet-fysiek rijk weergeven.
De grote vraag is: Leveren N.D.E.s een bewijs van de hemel? Of de hel? Ik denk van niet. Geen van de argumenten is overtuigend. Er zijn duidelijke, levendige dromen en hallucinaties. Er zijn diepgaande en transformerende ervaringen, veroorzaakt door de inname van psychedelische stoffen. Al deze ervaringen presenteren hun inhoud als “ultra-real.” Dit is een bekend kenmerk van elke spirituele ervaring, en N.D.E.’s zijn een soort spirituele ervaring. Mensen over de hele wereld geloven oprecht en absoluut zeker in hun religies, maar uit deze oprechtheid en zekerheid volgt niet dat de religieuze overtuigingen waar zijn, letterlijk geïnterpreteerd. Hoe zouden ze dat allemaal kunnen zijn, gezien hun radicale verschillen? Zo ook met N.D.E.s.
De argumenten voor bovennaturalistische interpretaties van N.D.E.s zijn overduidelijk problematisch. Veel van de meest zichtbare voorstanders van het idee dat N.D.E.’s het bestaan van een hiernamaals bewijzen zijn artsen. Onder hen bevinden zich Eben Alexander, een neurochirurg; de cardioloog Pim van Lommel; en de oncoloog Jeffrey Long. Het is belangrijk te benadrukken dat hun conclusies niet van medische, maar van filosofische aard zijn. De ideeën dat de geest zich kan losmaken van het lichaam en contact kan hebben met een hemels rijk zijn duidelijk geen medische conclusies, en artsen hebben hier geen speciale autoriteit. Per slot van rekening zijn het artsen, geen metafysici. Ik vertrouw mijn arts om mijn bloedonderzoek te interpreteren, maar niet om mij te laten weten dat mijn ziel mijn lichaam verliet toen ik onder narcose was. Het is opvallend dat sommige artsen zulke homeopathische doses logica gebruiken. Ze zitten gevangen in een soort tunnelvisie.
Het zou wenselijk zijn om een meer plausibele interpretatie van N.D.E.s te hebben dat ze echt zijn in beide betekenissen: Ze komen echt voor en ze zijn accuraat. Ik stel voor dat we N.D.E.s interpreteren als fundamenteel en primair over onze reizen van leven naar dood – sterven. De meeste N.D.E.s stellen een reis voor naar een denkbeeldig bewaakt rijk, maar niet een succesvolle passage ernaartoe. Net als in de literatuur over eeuwig leven, zoals het oude “Epos van Gilgamesj” of de mythe van Tantalus of de quixotische zoektocht naar de Bron van de Eeuwige Jeugd, komen we heel dicht in de buurt, maar uiteindelijk halen we het niet helemaal. In N.D.E.s komen we tot aan de poorten, maar we gaan er niet doorheen; we komen tot aan de rand van het universum, maar we stoppen daar.