Noord-Atlantische walvissen hebben de grootste testikels in het dierenrijk. Ze kunnen meer dan 900 kg wegen, wat overeenkomt met ongeveer 2% van het totale gewicht van het dier. Ook bruinvissen hoeven zich niet te schamen: tijdens de paartijd zwellen de testikels van de mannetjes op tot 5% van hun lichaamsgewicht. Maar waarom zijn grote testikels een voordeel voor mannelijke walvissen? Waarom heeft de evolutie de voorkeur gegeven aan deze eigenschap?
Om het nut van deze aanpassing te begrijpen, moet erop worden gewezen dat vrouwelijke walvissen achtereenvolgens met verschillende mannetjes kunnen paren. Om er zeker van te zijn dat hun genen worden doorgegeven, hebben de mannetjes er alle belang bij grote hoeveelheden sperma te produceren om het sperma van andere mannetjes te “verdunnen” of zelfs weg te spoelen. In deze wereld van rivaliserend sperma is het de wet van de waarschijnlijkheid die beslist wie de vader zal worden! Mannetjes die het meest bedeeld zijn – en dus het meeste sperma produceren – hebben waarschijnlijk meer voortplantingssucces. Het hebben van grotere dan gemiddelde testikels is een eigenschap die vervolgens wordt doorgegeven aan hun nakomelingen en door de evolutie wordt geselecteerd.
Spermacompetitie is een veel voorkomende strategie in de dierenwereld, en Noord-Atlantische walvissen zijn daarvan het perfecte voorbeeld. Waarom hebben zij zich onevenredig aangepast ten opzichte van andere soorten die aan spermacompetitie doen? Het antwoord ligt waarschijnlijk vooral in de aquatische omgeving. Aangezien walvissen zich in drie dimensies kunnen verplaatsen en de omgeving over het algemeen vrij is van fysieke barrières, kan een mannetje de toegang van andere mannetjes tot een vrouwtje niet beperken, een strategie die bij landdieren vrij gebruikelijk is. Sommige zeezoogdieren hebben gedragsstrategieën ontwikkeld om zich tijdens het voortplantingsseizoen van hun soortgenoten te onderscheiden, zoals potvissen die gaan sparren om hun dominantie over andere mannetjes te vestigen. Dit is echter niet het geval voor de Noord-Atlantische walvissen, die niet hiërarchisch georganiseerd lijken te zijn. Omdat ze geen andere middelen hebben om te concurreren, leggen ze “al hun eieren in één mand” door de concurrentie met sperma tot het uiterste op te drijven.