De bewoonbaarheid van een planeet, of het vermogen om leven te herbergen, is het resultaat van een complex netwerk van interacties tussen de planeet zelf, het systeem waar hij deel van uitmaakt, en de ster waar hij omheen draait. De standaarddefinitie voor een bewoonbare planeet is een planeet die gedurende een aanzienlijke periode leven kan herbergen. Voor zover onderzoekers weten, moet een planeet daarvoor vloeibaar water hebben. Om dit water vanuit de ruimte te kunnen detecteren, moet het zich op het oppervlak van de planeet bevinden. Het gebied rond een ster waar vloeibaar oppervlaktewater op het oppervlak van een planeet kan voorkomen, wordt de “bewoonbare zone” genoemd. Deze definitie is echter beperkt tot ons begrip van het huidige en vroegere leven op aarde en de omgevingen die op andere planeten aanwezig zijn. Naarmate onderzoekers meer leren en nieuwe omgevingen ontdekken waarin leven zich kan handhaven, kunnen de vereisten voor leven op andere planeten opnieuw worden gedefinieerd.
Verschillende soorten planeten kunnen processen aansturen die bewoonbaarheid op verschillende manieren helpen of belemmeren. Zo kunnen planeten die in de bewoonbare zone om een ster met een lage massa draaien, opgesloten zijn in een getijdenstelsel, waarbij slechts één hemisfeer altijd naar de ster is gericht. Sommige planeten kunnen beperkt zijn tot slechts periodieke of lokale bewoonbare regio’s aan het oppervlak als ze bijvoorbeeld periodieke wereldwijde ijstijden meemaken of overwegend verdroogd zijn. Om het volledige scala aan planeetomgevingen te begrijpen waarin leven kan voorkomen en waarneembare biosignaturen kunnen worden waargenomen, hebben we meer gedetailleerde en complete modellen van diverse planeetomstandigheden nodig. In het bijzonder vereist het begrijpen van de processen die bewoonbaarheid op een planeet in stand kunnen houden of kunnen leiden tot het verlies van bewoonbaarheid het gebruik van meerdere gekoppelde modellen die deze processen in detail kunnen onderzoeken, vooral op de grenzen waar deze processen elkaar kruisen.
Gerelateerde onderzoekers
Vladimir Airapetian, Giada Arney, Tony Del Genio, Shawn Domagal-Goldman, Thomas Fauchez, Alex Glocer, Scott Guzewich, Nancy Kiang, Ravi Kopparapu, Weijia Kuang, Avi Mandell, Luke Oman, Jeremy Schnittman, Linda Sohl, Kostas Tsigaridis, Michael Way