Het eiland Ierland bestaat uit de Republiek Ierland, dat een soeverein land is, en Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk.
De Republiek Ierland heeft een zwaar bevochten geboorte doorstaan. Sinds de 13e eeuw wordt het door Groot-Brittannië geregeerd. De burgers, onder wie veel onderdrukte katholieken, hebben de daaropvolgende honderden jaren geworsteld om zich aan de Britse overheersing te ontworstelen.
De situatie van Ierland veranderde drastisch aan het begin van de 20e eeuw. In 1919 werd een Ierse republiek uitgeroepen door Sinn Féin, een Ierse nationalistische partij. Uit vrees voor een burgeroorlog in Ierland verdeelde Groot-Brittannië het eiland in 1920 in twee delen, met afzonderlijke parlementen in het overwegend protestantse noordoosten en het overwegend katholieke zuiden en noordwesten. De republikeinen verzetten zich echter tegen de formule, en in 1922 werd de Ierse Vrijstaat gevormd. Vrijwel onmiddellijk trok het noordoosten – Noord-Ierland – zich terug en aanvaardde zelfbestuur binnen het Verenigd Koninkrijk.
Dublin werd de hoofdstad van de Ierse Vrijstaat, en in 1937 werd het land bij een nieuwe grondwet omgedoopt tot Éire, oftewel Ierland. In 1949 werd het een republiek en verliet het het Britse Gemenebest.
De protestantse meerderheid en de katholieke minderheid in Noord-Ierland waren bijna vanaf het begin met elkaar in conflict. In 1969 leidde toenemend geweld tussen de groepen tot de installatie van het Britse leger om de vrede te handhaven, en drie jaar later leidden terroristische aanslagen in Ierland en Groot-Brittannië tot het rechtstreekse bestuur van Noord-Ierland door het parlement van het Verenigd Koninkrijk. In 1985 gaf een Anglo-Iers verdrag de Republiek Ierland een adviserende rol bij het bestuur van Noord-Ierland. In 1993 bereikten de Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk overeenstemming over een kader voor het oplossen van problemen en het brengen van duurzame vrede in de onrustige regio.
De Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland traden op 1 januari 1973 toe tot de Europese Gemeenschap en werden in 1993 in de Europese Unie opgenomen. Toen Groot-Brittannië na een nipt referendum in 2016 plannen aankondigde om uit de Europese Unie te stappen, werd de impact daarvan op Noord-Ierland een belangrijk punt van discussie.