Een tenlastelegging is een formele beschuldiging van een misdrijf, uitgevaardigd door een grand jury op basis van een voorgestelde aanklacht, getuigenverklaringen en ander bewijsmateriaal gepresenteerd door de officier van justitie (District Attorney). Het is de vaststelling van de grand jury dat er voldoende bewijs is dat de verdachte het misdrijf heeft gepleegd om een proces door een grand jury te rechtvaardigen. Om een tenlastelegging te kunnen uitvaardigen, stelt de grand jury niet vast of de verdachte schuldig is, maar alleen of het waarschijnlijk is dat een misdrijf is gepleegd, dat de verdachte het heeft gedaan en dat hij/zij moet worden berecht. Officieren van justitie presenteren geen volledige zaak aan de grand jury, maar introduceren vaak alleen de belangrijkste feiten die voldoende zijn om aan te tonen dat de verdachte een misdrijf heeft gepleegd.
Het vijfde amendement op de Amerikaanse grondwet bepaalt dat “niemand ter verantwoording kan worden geroepen voor een halsmisdaad, of een anderszins beruchte misdaad, tenzij op voorlegging van een Grand Jury….” . Daarom worden bij het aanklagen van federale misdaden vaak jury’s gebruikt. In staten wordt echter vaak een “preliminary hearing” gehouden door een lagere rechter of een andere magistraat in plaats van een grand jury om te bepalen of de aanklager voldoende bewijs heeft geleverd dat de beschuldigde een misdrijf heeft begaan. Als de rechter voldoende bewijs vindt dat de verdachte een misdrijf heeft begaan, wordt de zaak naar de bevoegde rechtbank gestuurd voor een proces.
Een verzegelde tenlastelegging is een tenlastelegging die wordt verzegeld, zodat zij niet openbaar blijft totdat zij wordt ontzegeld. Dit kan om een aantal redenen gebeuren. Het kan bijvoorbeeld worden ontzegeld zodra de genoemde persoon is gearresteerd.
Het volgende is een voorbeeld van een federale regel die betrekking heeft op verzegelde tenlasteleggingen:
De magistraat aan wie een tenlastelegging is geretourneerd, kan opdracht geven de tenlastelegging geheim te houden totdat de verdachte in hechtenis is of in afwachting van het proces is vrijgelaten. De griffier moet de tenlastelegging dan verzegelen, en niemand mag het bestaan van de tenlastelegging bekendmaken, behalve wanneer dat nodig is voor de uitvaardiging of uitvoering van een bevelschrift of dagvaarding.