Afrika zit vol met iconische diersoorten: leeuwen, olifanten, neushoorns, cheeta’s, en nog veel meer. Maar als u beter op de grond kijkt, ziet u misschien een soort die normaal gesproken niet met Afrikaanse safari’s wordt geassocieerd.
De Afrikaanse dwergegel, of viervoeter, komt voor in een groot deel van Oost-, West- en Centraal-Afrika. Ze wegen tussen een en twee pond en zijn zeven tot negen centimeter lang.
Hun kleine lichamen zijn bedekt met ongeveer 6.000 stekels, die meestal worden gebruikt als een verdedigingsmechanisme, hoewel mensen ook beschouwen de huid en stekels van de egel als goede vruchtbaarheid charmes. De stekels van een egel zijn harder en scherper dan die van een stekelvarken.
Wanneer een egel bang wordt, krult hij zich op tot een bal, zodat zijn stekels in alle verschillende richtingen wijzen, waardoor hij zeer onaantrekkelijk wordt voor roofdieren. Egels hebben een speciale ronde spier die loopt langs de zijkanten van zijn lichaam en over zijn nek en kont. Wanneer deze spier samentrekt, ontstaat er een “zak” waarin de egel zijn kop, lichaam en poten kan opbergen als hij zich opkrult. Egels slapen ook opgerold, voor het geval dat.
Hoewel egels veel roofdieren hebben, waaronder grote vogels en de meeste carnivoren, maar alleen de sterkste roofdieren, zoals dassen, kunnen een opgekrulde egel opensnijden.
Bij het zoeken naar een thuis, heeft een egel een paar eisen. Ze hebben een droge schuilplaats nodig, goed gedraineerde grond, en een overvloed aan de insecten die ze graag eten. Ze beginnen zich te vestigen in voorstedelijke gebieden, die ideale habitats voor hen zijn.
Omdat ze veel insecten eten die als ongedierte worden beschouwd, zijn mensen vaak blij om een egel in de buurt te hebben.
Egels eten graag insecten, regenwormen, slakken, en naaktslakken, en ze eten ook eieren, kleine zoogdieren, vogels, kikkers, reptielen, fruit, schimmels, en wortels. Ze zijn ook bekend om giftige slangen te eten, hoewel ze niet volledig immuun zijn voor de giftige stoffen (ze hebben wel genoeg immuniteit om het veilig te maken).
Wanneer de woestijntemperaturen te heet worden en voedsel schaars wordt, gaan egels aestivatten. Dit is de zomerse variant van een winterslaap; de extreme hitte zorgt ervoor dat de egel onderduikt, zijn stofwisseling verlaagt en leeft van het opgeslagen vet in zijn lichaam totdat hij weer naar buiten kan. Hoewel vergelijkbaar met een winterslaap, slaapt de egel niet zo diep of zo lang terwijl hij aestiveert.
De IUCN plaatst de vier-teen egel momenteel in de “least concern” categorie, wat betekent dat de populatie groot en stabiel is.
Dit betekent natuurlijk niet dat ze geen bedreigingen ondervinden. Egels verliezen meer en meer van hun leefgebied aan menselijke ontwikkeling. Ook worden er door de uitbreiding van de bevolking meer wegen aangelegd, waardoor er meer egels worden aangereden en gedood door auto’s.
AWF zet zich in om ervoor te zorgen dat het leefgebied van de egel nog jaren veilig blijft. Ze leren de lokale gemeenschappen hoe ze duurzame praktijken kunnen gebruiken om uit te breiden zonder de harmonie met de wilde dieren om hen heen te verstoren. AWF brengt ook meer toerisme naar gebieden met veel wilde dieren, waardoor de gemeenschappen worden gestimuleerd om te beschermen wat er om hen heen is.
Dus, als je ooit op safari bent in Afrika, onthoud dan dat als je even pauzeert van het kijken naar de giraffen, leeuwen en zebra’s en naar de grond kijkt, je zomaar een kleine Afrikaanse dwergegel zou kunnen zien ronddwalen.
>Meer informatie over dit dynamische kleine beestje