Procedure
De operatie kan worden uitgevoerd terwijl u wakker bent, u kunt een lichte verdoving krijgen, of u kunt volledig in slaap zijn. Het type verdoving hangt af van uw letsel en is een beslissing die u samen met uw chirurg neemt.
De chirurg maakt een of meer incisies (sneetjes) in de huid. Nadat de pees van de extra spier is gevonden, verplaatst de chirurg deze en naait deze vast aan de pees van de spier die niet werkt. Soms zal meer dan één peesoverbrenging tegelijk moeten worden gedaan. De chirurg sluit vervolgens de huid met hechtingen.
Herstel
Na de operatie kunt u een gips of spalk hebben om de nieuwe peesoverheveling te beschermen totdat de pees is genezen op zijn nieuwe plaats. Dit duurt meestal één tot twee maanden. De behoefte aan handtherapie en het tijdstip van de therapie varieert en zal worden bepaald in een gesprek met uw chirurg. Het is belangrijk om uw handtherapie bij te wonen als deze is voorgeschreven en om de instructies van de therapeut precies op te volgen. Te weinig beweging of te veel beweging kan beide problemen veroorzaken.
Risico’s
De vroege risico’s zijn zeldzaam, maar kunnen onder meer bloedingen, infecties of letsel aan nabijgelegen zenuwen, pezen of bloedvaten omvatten. Latere risico’s zijn onder meer stijfheid van de hand, zwakte van de overgebrachte spier, of scheuring van de transfer en de noodzaak van een nieuwe operatie.
Andere behandeling
Uw handchirurg zal met u bespreken of er alternatieven zijn voor uw specifieke letsel. Alternatieven kunnen zijn:
- Reparen of overbrengen van zenuwen
- Reparen van spieren of pezen
- Plinten of fuseren van gewrichten
Bespreek met uw handchirurg wat voor u de beste behandeling is.