In de winter van 1916 begon generaal Sir Herbert Plumer plannen te maken voor een groot offensief bij Mesen. Zijn hoofddoel was het innemen van de heuvelrug van Mesen, een strategische positie net ten zuidoosten van Ieper, die sinds december 1914 in handen was van het Duitse leger.
In januari 1917 gaf Plumer het bevel om 20 mijnen te plaatsen onder de Duitse linies bij Mesen. In de volgende vijf maanden werd meer dan 8.000 meter tunnel gegraven en 600 ton springstof in stelling gebracht.
Met 2.300 kanonnen en 300 zware mortieren begon Plumer op 21 mei met een massaal bombardement op de Duitse linies. Gelijktijdige ontploffing van de mijnen vond plaats om 3.10 uur op 7 juni. De ontploffing doodde naar schatting 10.000 soldaten en was zo luid dat het in Londen te horen was.
Onder een kruipend spervuur stuurde Plumer negen divisies van het Britse Tweede Leger vooruit en zij namen al hun voorlopige doelen in de eerste drie uur van de strijd in. Sir Hubert Gough en het Britse Vijfde Leger maakten ook van de situatie gebruik om aanzienlijke territoriale winst op de Duitsers te boeken. Het Duitse leger deed een tegenaanval maar tegen 14 juni was de heuvelrug van Mesen volledig bezet door Britse troepen.
De slag om de heuvelrug van Mesen was de eerste aan het Westelijk Front sinds 1914 waarbij de defensieve verliezen (25.000) groter waren dan de aanvallende verliezen (17.000).