Achtergrond: Osteoartritis (OA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door pijn, verminderde functie, en verminderde kwaliteit van leven. Er zijn een aantal risicofactoren voor knie-orthrose geïdentificeerd, zoals obesitas, beroep en letsel. Het verband tussen knie-OA en fysieke activiteit of bepaalde sporten zoals hardlopen is minder duidelijk. Eerdere onderzoeken en het bewijsmateriaal dat eraan ten grondslag ligt, geven tegenstrijdige of onovertuigende bevindingen.
Doel: Deze systematische review had tot doel de associatie tussen hardlopen en de ontwikkeling van knie-OA te bepalen.
Opzet van de studie: Systematische review en meta-analyse.
Methoden: Vier elektronische databases werden doorzocht, samen met citaties in in aanmerking komende artikelen en reviews en de inhoud van recente tijdschriftnummers. Twee beoordelaars hebben onafhankelijk van elkaar de titels en samenvattingen gescreend aan de hand van vooraf gespecificeerde geschiktheidscriteria. Volledige artikelen werden ook onafhankelijk beoordeeld op geschiktheid. In aanmerking kwamen studies waarin hardlopen of hardloopgerelateerde sporten (bv. triatlon of oriëntatieloop) werden beoordeeld als een risicofactor voor het ontstaan of de progressie van knie-OA bij volwassenen. Relevante uitkomsten waren (1) diagnose van knie-oedeem, (2) radiografische markers van knie-oedeem, (3) operatie aan het kniegewricht voor knie-oedeem, (4) kniepijn, en (5) knie-geassocieerde invaliditeit. Risico op vertekening werd beoordeeld aan de hand van de Newcastle-Ottawa schaal. Een random-effects meta-analyse werd uitgevoerd met case-control studies die artroplastie onderzochten.
Resultaten: Na de-duplicatie, leverde de zoekopdracht 1322 records op. Hiervan werden 153 full-text artikelen beoordeeld; 25 kwamen in aanmerking, die 15 studies beschreven: 11 cohort (6 retrospectief) en 4 case-control studies. De bevindingen van studies met een diagnostische OA uitkomst waren gemengd. Er werden enkele radiografische verschillen waargenomen bij lopers, maar alleen op baseline binnen sommige subgroepen. De meta-analyse suggereerde een beschermend effect van hardlopen tegen een operatie ten gevolge van OA: gepoolde odds ratio 0,46 (95% CI, 0,30-0,71). De I2 was 0% (95% CI, 0%-73%). Bewijs met betrekking tot symptomatische uitkomsten was schaars en niet overtuigend.
Conclusie: Met dit bewijsmateriaal is het niet mogelijk om de rol van hardlopen bij knie-OA te bepalen. Bewijs van matige tot lage kwaliteit suggereert geen associatie met OA-diagnose, een positieve associatie met OA-diagnose, en een negatieve associatie met knie-OA-operatie. Tegenstrijdige resultaten kunnen methodologische heterogeniteit weerspiegelen. Meer bewijs van goed opgezette, prospectieve studies is nodig om de tegenstrijdigheden op te helderen.