Een teken hiervan is de bijna volledige afwezigheid van standbeelden van sterfelijke vrouwen in Rome. Er waren waarschijnlijk wel enkele standbeelden van Romeinse vrouwen die door gemeenschappen in het rijk werden neergezet, maar dat weten we vooral omdat de Romeinse moralist Cato in de tweede eeuw v. Chr. zulke standbeelden een vreselijk idee vond.
Livia was de eerste sterfelijke vrouw die met enige regelmaat in de Romeinse kunst werd afgebeeld. De meeste vrouwelijke en mannelijke portretsculpturen werkten met standaard lichaamstypen waaraan later een hoofd werd toegevoegd. Die hoofden konden later los komen te staan. Er zijn 88 geidentificeerde sculpturale voorstellingen van Livia, waarvan de meeste hoofden zijn.
Hoofd van Livia (Louvre, ©1997 RMN / Hervé Lewandowski)
Dit basanieten hoofd van Livia uit het Louvre is een typische vorm. Ze heeft een smalle mond, duidelijke, maar niet hoge jukbeenderen. Haar haar is strak opgestoken in een platte ‘nodus’ op de bovenkant van haar hoofd en daalt dan in losse krullen af langs de zijkant van haar hoofd. Dit is de eerste Romeinse vrouw die aan haar gebeeldhouwde vorm te herkennen zou zijn.
Er zijn vele honderden beelden van Romeinse vrouwen uit het hele keizerrijk. Bijna alle zijn later dan de Livia hoofden.
Statbeelden van Livia werden overal in het rijk opgericht. Ze werd vaak geassocieerd met de mannelijke leden van de familie. Beeldengroepen kunnen Augustus en Tiberius omvatten, misschien andere leden van de keizerlijke familie die in die periode prominent aanwezig waren (Agrippa, Gaius, Lucius, Germanicus), maar ook Livia en ook Julia.
De vraag is niet hoe Livia in de kunst wordt afgebeeld, maar waarom ze er überhaupt is?
Livia kreeg een steeds prominentere plaats naarmate de regering vorderde. De Ara Pacis werd gewijd op 30 januari 9 v.C., haar geboortedag.
Priesters en de keizerlijke bewerking op de Ara Pacis
Zij verschijnt waarschijnlijk in de parade van de familie op de buitenkant van het monument en er is gesuggereerd dat zij model stond voor de godin van de vruchtbaarheid (Ceres/Tellus/Italia/Pax) die ook is afgebeeld.
Godin van de Ara Pacis
De godin is zeker een modieuze Augustaanse dame.
De toenemende publieke rol van Livia liep parallel met de opkomst van haar zonen. Toen Tiberius zijn overwinningen op de Pannoniërs had gevierd en een openbaar banket voor de mannen had gegeven, hielden Julia en Livia een parallel evenement voor de vrouwen. Met de dood van Drusus in 9 v. Chr. werd Livia het middelpunt van de openbare rouw. Standbeelden en andere eerbewijzen werden voor haar gestemd (Dio, 55.2).
In 7 v. Chr. werd in Rome een grote portico in haar naam gewijd, de Porticus Liviae. Het was een van de grotere en luxueuzere gebouwen in de stad. Strabo’s Geografie 5.3.8 beweert dat Livia samen met Octavia, Agrippa en Augustus zelf een van de belangrijkste bijdragers was aan de schoonheid van de stad en beschrijft de Porticus als een van haar wonderen. Het bevatte kunstwerken.
Het kan ook een tempel voor Concord hebben bevat, geopend op 11 juni (hoewel het jaar niet zeker is) (Ovidius, Fasti 6. 637-48). De dag werd in verband gebracht met Fortuna en de Moedergodin. Evenals bij Tiberius en Drusus, wees de nadruk op Concord op familiale harmonie.
Livia werd steeds prominenter na Augustus’ dood. Zij werd Julia Augusta (Dio, 56.46). Zij verscheen samen met haar zoon op munten en ontving uitbundige eerbewijzen toen zij in AD 29 stierf (Dio, 58.2; Tacitus, Annales 5.1). De senatoren noemden haar moeder van het land, een titel die parallel liep met die van Augustus.
Livia’s prominente plaats in het Romeinse openbare leven was zonder precedent. Haar afbeeldingen en rol getuigen van de ontwikkeling van een keizerlijke familie. Deze familie was medeverantwoordelijk voor de staat en regeerde gezamenlijk. Zij kon worden gezien als vertegenwoordigster van haar zonen en haar echtgenoot en werd zeker geëerd als gevolg van de prestaties van haar zonen. Maar dit verklaart niet helemaal haar prominentie. Zij was ook een mater patriae (moeder van de natie), symbolisch zo niet in titel. Zij vertegenwoordigde de rol van de goede vrouw in de Romeinse staat. Maar die staat werd ook afgebeeld als een vorm van familie. Zij was de moeder van een keizerlijke familie die met de staat kon worden vereenzelvigd. Zij was dus niet alleen de moeder van Tiberius en Germanicus, maar van alle Romeinen.
In het Romeinse gezin was de vader de voornaamste gezagsdrager. Maar de moeder was ook invloedrijk en verwachtte met respect te worden behandeld. Zij was een persoon met macht. Door de Romeinse staat te begrijpen via deze familiale logica, verschoven de kwalificaties voor heerschappij. Dit was geen volledige verandering in politieke ideologie, maar een geleidelijke verandering in focus. De kwalificaties voor de heerschappij hadden zich geconcentreerd op de mannelijke status, op de publieke status zoals die door verkiezingen werd vastgesteld, op de prestaties en op de geschiedenis van de familie. In de Augusteïsche periode hing het af van het lidmaatschap van de familie.
Dientengevolge was Livia de eerste van de keizerlijke vrouwen. Haar macht maakte de weg vrij voor de bekendheid van Agrippina onder Tiberius en vervolgens van de echtgenotes en moeders van de verschillende Julio-Claudische keizers.