Op deze dag in 1845, zes maanden nadat het Congres van de Republiek Texas had gestemd voor annexatie door de Verenigde Staten, werd Texas als 28e staat toegelaten tot de Unie toen president James Polk, een Democraat, de annexatiemaatregel ondertekende. Texas stond zijn soevereiniteit op 19 februari 1846 formeel aan de Verenigde Staten af.
Nadat het in de jaren 1820 onafhankelijk was geworden van Spanje, verwelkomde Mexico aanvankelijk buitenlandse kolonisten in het dunbevolkte Texas. Amerikanen onder leiding van Stephen Austin vestigden zich langs de Brazos River en al snel waren er meer Mexicanen dan de Amerikanen zelf.
In 1836 verklaarden de Mexicanen zich onafhankelijk, omdat zij meer controle wilden uitoefenen over de Amerikaanse gemeenschappen. De Texaanse rebellen leden nederlagen tegen de troepen van generaal Antonio López de Santa Anna.
De Alamo viel toen de troepen van Sam Houston een terugtocht naar het oosten sloegen. Daarna verrasten Houston’s troepen echter een Mexicaanse troepenmacht bij San Jacinto. Ze namen Santa Anna gevangen en maakten zo een einde aan Mexico’s pogingen Texas te onderwerpen.
De nieuwe onafhankelijke republiek koos Houston tot haar president. Maar de burgers waren ook voor toetreding tot de Unie. Dat gewenste vooruitzicht werd echter meer dan tien jaar uitgesteld, omdat veel leden van het Congres in Washington zich verzetten tegen de toetreding van Texas als slavenstaat. Die spanningen droegen bij aan het uitbreken van de Mexicaans-Amerikaanse oorlog in 1846.
Het Congres stemde uiteindelijk in met de annexatie van Texas op 28 februari 1845, en president John Tyler tekende het wetsvoorstel de volgende dag, kort voordat hij zijn ambt neerlegde op 4 maart. De wet was bedoeld om de nieuwe gekozen president de keuze te geven tussen onmiddellijke annexatie van Texas of nieuwe gesprekken om de annexatievoorwaarden te herzien.
De controverse over de wettigheid van de annexatie van Texas kwam voort uit het feit dat het Congres ermee instemde Texas bij de Unie te halen als staat, in plaats van als territorium. Het deed dit met een eenvoudige meerderheid van stemmen in elk huis, in plaats van het land te annexeren door middel van een verdrag met de Senaat – zoals eerder was gedaan met inheems Amerikaans grondgebied. Voor die aanpak was een onbereikbare tweederde steun nodig.
Een motief achter het streven van de Texanen naar annexatie was een staatsschuld van $10 miljoen die zij hadden gemaakt – een schuld die de federale regering uiteindelijk op zich wilde nemen. In ruil daarvoor stonden de Texanen, onder het Compromis van 1850, delen van Colorado, Kansas, Oklahoma, New Mexico en Wyoming af aan de federale regering.
Op een unieke manier mocht Texas onder de annexatievoorwaarden zijn openbare landerijen behouden. Dat deel van de deal betekende dat de olievondsten op de staatsgronden tot op de dag van vandaag beschikbaar zijn om de openbare universiteiten van de staat te helpen financieren.