Inleiding
Plaattektoniek heeft een revolutie teweeggebracht in de manier waarop we naar grote delen van het aardoppervlak kijken. Vroeger dacht men dat de interne processen op aarde verticaal verliepen, dat continenten, oceanen en bergketens op en neer bewogen, zonder veel zijwaartse beweging. Maar de aanvaarding van de continentale drift en andere bewijzen voor grote zijwaartse bewegingen hebben dat allemaal veranderd. Nu begrijpt men dat de interne processen van de aarde grote platen van de buitenste schil van de aarde over grote horizontale afstanden kunnen verplaatsen. Plaattektoniek biedt dus “het grote plaatje” van de geologie; het verklaart hoe bergketens, aardbevingen, vulkanen, kustlijnen, en andere kenmerken de neiging hebben zich te vormen waar de bewegende platen op elkaar inwerken langs hun grenzen.
Continentale drift en de ontwikkeling van de plaattektoniektheorie
Al sinds de eerste kaarten van de Atlantische Oceaan in de 16e eeuw werden gemaakt, viel het mensen op hoe Afrika en Zuid-Amerika in elkaar passen als stukjes van een reusachtige legpuzzel. De pasvorm is nog indrukwekkender als de continenten worden samengevoegd langs de randen van hun continentale plateaus. De resulterende landmassa, Pangea genaamd, vertegenwoordigt een glimp in de tijd, ongeveer 250 miljoen jaar geleden, toen het grootste deel van de continentale korst toevallig samengevoegd werd. Vóór die tijd waren de continenten van elkaar gescheiden; sindsdien zijn ze van elkaar weggedreven (stel je voor dat botsauto’s een tijdje aan elkaar vastzitten en dan uit elkaar vliegen!) Deze theorie, continentale drift genoemd, werd in het begin van de 20e eeuw met scepsis bekeken. Het werd onmogelijk geacht voor blokken korst om zich een weg te banen over de aardmantel, waarvan bekend was dat die veel stijver en dichter was.
Het idee van continentale drift, geïnspireerd door de observatie dat de continenten in elkaar passen als stukjes van een reusachtige legpuzzel, leverde sterk bewijs voor de theorie die zich later ontwikkelde als platentektoniek.