Dit bericht maakt deel uit van de Code building blocks serie die zich richt op verschillende elementen en concepten van programmeertalen.
Er bestaat enige verwarring over argument en parameter en sommige programmeurs gebruiken deze term afwisselend. Er is echter een belangrijk onderscheid tussen deze twee termen.
De parameter is een speciaal soort variabele die wordt gedeclareerd in de functiehandtekening. Het is een plaatshouder die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot invoergegevens van de functie (argument). Laten we eens kijken naar een voorbeeld. Onderstaande functie definieert twee parameters a en b.
fun sum(a:Int, b:Int): Int {
return a + b
}
Argument
Het argument daarentegen is de werkelijke waarde die aan een functie wordt doorgegeven wanneer de functie wordt aangeroepen. We kunnen zeggen dat een functie parameters definieert en argumenten neemt.
sum(1 ,4)
Wanneer de somfunctie wordt aangeroepen, worden parameters (a, b) vervangen door overeenkomstige argumenten (1, 4).
We kunnen het argument zien als de waarde/verwijzing die aan een functie wordt doorgegeven, terwijl parameters waarden zijn die door een functie worden “ontvangen”.
Samenvatting
In het begin kan het verschil tussen parameters en argumenten een beetje verwarrend zijn, maar nu zou je in staat moeten zijn om beide concepten gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Om meer te leren over andere concepten en gedragingen, kijk eens naar de Code building blocks series.