Dat was de denkwijze van professor Graeme Clark – nooit opgeven bij het vinden van een manier om de zwaar doven te helpen horen.
Het was de strijd van zijn dove vader die deze vastberadenheid aanwakkerde. Professor Clark groeide op met de ontberingen van het leven in stilte – inclusief de frustratie, angst en het daaruit voortvloeiende isolement. Hij was ook getuige van het verlangen van zijn vader naar een grotere verbondenheid met anderen, en was vastbesloten om dit mogelijk te maken.
In het midden van de jaren zestig, toen hij als oorchirurg werkte in Melbourne, Australië, stuitte Professor Clark op een wetenschappelijk artikel van Blair Simmons in de VS. Daarin werd beschreven hoe een ernstig doof persoon door elektrische stimulatie hoorsensaties kreeg, maar geen spraakverstaan. Het zaadje was geplant en in 1967 begon hij onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een elektronisch, implanteerbaar hoorapparaat: een cochleair implantaat.
Hoewel het creëren van een implantaat een onmogelijke opgave leek, wijdde professor Clark jaren aan het onderzoek en de ontwikkeling ervan. Zijn collega’s zeiden dat een cochleair implantaat niet zou werken omdat het binnenoor gewoon te ingewikkeld was. Anderen zeiden dat er onbekende risico’s waren. Er was ook een gebrek aan financiering en de technologische uitdaging om elektroden in het kleine binnenoor aan te brengen.
Maar de kans om mensen die doof zijn het geschenk van geluid te geven, spoorde hem aan. Meer dan een decennium lang zette hij zijn zoektocht voort met een klein team. Eindelijk werd zijn onderzoek op de proef gesteld. In 1978 vond de eerste cochleaire implantatie plaats. En hij en zijn toegewijde team ontdekten in 1978 hoe spraak kon worden gecodeerd met meerkanaals elektrische stimulatie. Professor Clarks vastberadenheid had vruchten afgeworpen.
Uit zijn succes werd Cochlear Limited geboren. Het doel: het innovatieve meerkanaals cochleair implantaat van professor Clark over de hele wereld commercieel beschikbaar maken. Vandaag hebben honderdduizenden ernstig of zwaar dove kinderen en volwassenen wereldwijd een cochleair implantaat van Cochlear gekregen. Dankzij zijn niet-aflatende toewijding hebben ze allemaal de kans gekregen om meer volledig met hun wereld om te gaan.
Professor Clark is nog steeds actief betrokken bij de vooruitgang van cochleaire implantaten. In 1985 richtte hij The Bionic Ear Institute op, een onafhankelijke medische onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk die samenwerkte met de Universiteit van Melbourne en Cochlear, en gaf daar tot 2005 leiding aan. Daarna werd hij de eerste Distinguished Professor aan de La Trobe University in Melbourne, en heeft hij samen met de University of Wollongong in New South Wales in het kader van een “Centre of Excellence on Electroactive Polymers” van de Australian Research Council onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een geavanceerde elektrode als interface met de gehoorzenuwvezels die naar de hersenen gaan. Nu hiermee vooruitgang wordt geboekt, is hij teruggekeerd naar de Universiteit van Melbourne, waar hij niet alleen is doorgegaan als Professor Laureate Emeritus, maar ook is benoemd tot Honorary Professor in de School of Engineering en Distinguished Researcher bij NICTA (National Information Communication Technology Australia). In deze functie helpt hij bij de ontwikkeling van wiskundige modellen van de hersenbanen voor geluid en verbeterde cochleaire implantaten.