Geschreven door GreekBoston.com in Ancient Greek History, Greek Culture
Historici en archeologen hebben er een hele kluif aan gehad om de geschiedenis van het Oude Griekenland in kaart te brengen. Een deel van het probleem is dat er niet veel bekende historici waren. Drie van de bekendste waren Herodotus, Thucydides en Xenophon. Naast wat zij konden vertellen, is alles wat wij weten blootgelegd in tempels, op archeologische vindplaatsen en door middel van beelden, aardewerk en andere artefacten.
U vraagt zich misschien af, hoe zag het oude Griekenland eruit? Het antwoord is, dat het afhangt van de periode van het oude Griekenland. Om echt te begrijpen hoe het Oude Griekenland eruit zag, helpt het om een overzicht te krijgen van de tijdsperioden, beginnend met de Neolithische Periode en eindigend met de Hellenistische Periode. Hier volgt een overzicht van de verschillende tijdsperioden van het Oude Griekenland:
- Neolithische Periode (6000-2900 v.Chr)
- Vroege Bronstijd (2900 – 2000 v. Chr.)
- Mino tijdperk (2000-1400 v. Chr.)
- Mycenaeische Tijdperk (1100 – 600 v. Chr.)
- De Donkere Middeleeuwen (1100 – 750 v. Chr.)
- Archaïsche Periode (750 – 500 v. Chr.)
- Klassieke Periode (500 – 336 v.Chr)
- Hellenistische Periode (336 – 146 v.Chr)
Neolithische Periode (6000-2900 v.Chr)
Er woonden niet altijd mensen in het Oude Griekenland – ze moesten eerst naar de regio reizen. Dit gebeurde tijdens de Neolithische Periode toen mensen vanuit het Oosten naar het Oude Griekenland kwamen en zich in het oostelijke deel van de regio vestigden. Toen deze oostelijke nederzettingen eenmaal in aantal toenamen, verspreidden de mensen zich en reisden door heel Griekenland. Ze introduceerden aardewerk in Griekenland en begonnen dieren te fokken voor eigen gebruik. Na verloop van tijd ontwikkelden de mensen enkele nederzettingen, waaronder Nea Nikomedeia, Sesklo, Dimini, de Franchthi-grot en Athene.
Vroege Bronstijd (2900 – 2000 v. Chr.)
Dit is de periode in Griekenland waarin brons en andere metalen zoals zilver en goud aan de mensen werden geïntroduceerd. Zij ontdekten al snel dat brons en andere metalen konden worden gesmolten en verwerkt tot sieraden, messen, zwaarden en meer. Rond dezelfde tijd ontwikkelde zich ook een klassensysteem. Dit tijdperk strekte zich uit tot de Egeïsche eilanden en ook tot het eiland Kreta, en het tijdperk begon en eindigde op verschillende tijdstippen, afhankelijk van waar in Griekenland de mensen zich bevonden.
Mino tijdperk (2000-1400 v. Chr.)
Deze beschaving speelde zich voornamelijk op Kreta af. Een van de beste overblijfselen van deze beschaving is het paleis van de Knossos bij Heraklion op het eiland Kreta. De Minoërs waren misschien wel het meest bekend om hun aardewerk en beeldhouwwerk. Zij waren een vreedzame samenleving die ook aan de kunst was gewijd. Veel van de paleizen die de Minoërs op Kreta bouwden, staan er nu nog, ook al zijn het ruïnes. Dit heeft ons in staat gesteld iets te leren over hun manier van leven. Men denkt dat de beschaving eindigde toen de Myceners hen aanvielen en veroverden.
Mycenaeische Tijdperk (1100 – 600 v. Chr.)
Tijdens deze periode begon de cultuur van het Oude Griekenland zich echt te ontwikkelen, vooral de kunst en de beeldhouwkunst. Zij waren succesvolle bouwers en ingenieurs en specialiseerden zich in bruggen, gebouwen en paleizen. Er waren verschillende belangrijke industrieën, zoals de textielindustrie. Bovendien ontwikkelde de klassenstructuur zich verder.
De Donkere Middeleeuwen (1100 – 750 v. Chr.)
Toen de Myceense Beschaving eindigde, duwde dit het Oude Griekenland in een periode die bekend staat als de Donkere Middeleeuwen, een periode van onderdrukking en economische onzekerheid. Het duurde honderden jaren voordat Griekenland hier weer bovenop was. In de Donkere Middeleeuwen werd het Oude Griekenland ook nog eens uitgeput door oorlog en uiteindelijk een invasie van de Doriërs. Na de Trojaanse oorlog begonnen de Myceners een burgeroorlog. Uitgeput door de oorlog gaf dit de Doriërs de kans de macht over te nemen.
Archaïsche Periode (750 – 500 v. Chr.)
De Archaïsche Periode stond vooral bekend om de verdere ontwikkeling van de kunsten, met name door aardewerk en beeldhouwkunst. Ook de politieke theorie had hier haar wortels, evenals het idee van democratie. Dit idee werd nog verder ontwikkeld in de Klassieke Periode.
Klassieke Periode (500 – 336 v.Chr)
Dit was een bloeiend tijdperk in de Griekse geschiedenis. Een van de belangrijkste ontwikkelingen was de volledige totstandkoming en invoering van het democratisch systeem. In dit tijdperk werd ook het Parthenon gebouwd en werden conflicten uitgevochten met naburige rijken, zoals het Perzische Rijk. Dit is de tijd die door mensen wordt aangeduid als de Gouden Eeuw van het Oude Griekenland.
Hellenistische Periode (336 – 146 v.Chr)
Zoals u kunt zien, beslaat deze periode geen grote tijdspanne. De Griekse cultuur werd in deze tijd verder gevormd en het volk hechtte waarde aan leren. Dit is de korte periode tussen het moment dat Alexander het Perzische Rijk veroverde. Deze periode was vrij kort, maar veel van de aspecten van de Griekse cultuur die wij kennen, werden hier ontwikkeld.
Er zijn vele tijdsperioden geweest in de Oudgriekse geschiedenis. Dit artikel biedt u een uitgangspunt, zodat u een overzicht krijgt waarmee u de Oudgriekse geschiedenis beter kunt begrijpen.