Mijlpalen in de ontwikkeling kunnen zowel opwindend als zorgwekkend zijn. Als uw kind een mijlpaal bereikt, is dat een reden om te vieren. Maar als je hem ziet worstelen met bepaalde ontwikkelingsgebieden terwijl zijn leeftijdsgenootjes vooruitgaan, is het normaal dat je je bezorgd voelt. Als je dit leest, is de kans groot dat je je al in de zorgwekkende fase van zijn spraakontwikkeling bevindt. Vertraagde eerste woordjes kunnen veel angst veroorzaken bij ouders en verzorgers die bezorgd wachten om hun kind te horen spreken.
Maar, voordat je zorgen omslaan in paniek, is het belangrijk om te weten dat ongeveer 15% van de peuters late praters zijn, en de meeste van hen zullen hun spraakachterstand overwinnen en hun leeftijdsgenootjes na verloop van tijd inhalen. Deskundigen zoals Maxine K. Orringer, een spraak-taalpatholoog en coördinator in het Children’s Hospital of Pittsburgh, zullen ouders vertellen dat ze niet bang hoeven te zijn voor spraakachterstand, maar dat ze wel voorzichtig moeten zijn. Als er een probleem is, is het het beste om het vroeg te onderkennen, omdat het dan gemakkelijker op te lossen is. Het menselijk brein is gebouwd op het verbeteren van dit soort ontwikkelingsproblemen in de vroege kindertijd.
Hoogtepunten:
- Zowat 15% van de peuters zijn late praters. De meeste van hen overwinnen een spraakachterstand en halen hun leeftijdsgenootjes na verloop van tijd in.
- Een laatprater beheerst op tweejarige leeftijd 50 woorden of minder, en kan woorden nog niet combineren, zoals “meer sap”.
- Raadpleeg uw kinderarts of een pediatrische spraak-taalpatholoog als uw kind ten minste drie van de volgende signalen vertoont:
- Hoorproblemen of frequente oorontstekingen
- Brabbelt of kirrelt weinig als zuigeling
- Doet geen woorden na
- Familiegeschiedenis van spraakachterstand
- Gebaren niet
- Gebruikt vooral zelfstandige naamwoorden en weinig werkwoorden
- Gebruikt vooral zelfstandige naamwoorden en weinig werkwoorden
- zelfstandige naamwoorden en weinig werkwoorden
- Spreekt weinig medeklinkers
- Krijgt een nieuw woord en raakt het daarna weer kwijt
- Bedenk dat het BabySparks programma een verscheidenheid aan activiteiten biedt die de taalontwikkeling ondersteunen.
Hoe definiëren deskundigen een laatprater?
Tegen de tijd dat een peuter twee jaar oud is, zal hij gemiddeld minstens 50 woorden of meer leren zeggen (dit varieert sterk van kind tot kind), en hij zal die woorden kunnen combineren tot korte zinnetjes zoals “doei mamma” of “geen sap meer”. Een late prater beheerst 50 woorden of minder en kan nog geen woorden met elkaar combineren. Het is belangrijk om op te merken dat wanneer we in dit artikel spreken over late praters, we het niet hebben over kinderen met fysieke of ontwikkelingsstoornissen zoals autisme of hersenverlamming. Late praters zijn peuters die zich in een gemiddeld tempo ontwikkelen op andere gebieden, zoals cognitieve en motorische vaardigheden, maar een beperkte spraak hebben voor hun leeftijd.
Wat zijn risicofactoren om op te letten bij late praters?
Terwijl veel late praters hun achterstand op natuurlijke wijze inhalen, doen anderen dat niet. Het is belangrijk om risicofactoren te herkennen, zodat u kunt voorspellen of uw kind speciale aandacht nodig heeft. Hier is een lijst van tekenen om op te letten:
- Hoorproblemen of een geschiedenis van oorontstekingen
- Weinig brabbelen of koeren als zuigeling
- Doet geen woorden na
- Familiegeschiedenis van spraakachterstand
- Gebaren niet of slechts enkele gebaren om te communiceren
- Gebruikt vooral zelfstandige naamwoorden en weinig werkwoorden
- Gebaren niet of weinig zelfstandige naamwoorden en weinig werkwoorden
- Heeft een beperkt aantal medeklinkers
- Speelt moeilijk met leeftijdgenootjes door gebrek aan communicatievermogen
- Krijgt een nieuw woord en raakt het dan kwijt
In plaats van af te wachten of dit een probleem is dat zich vanzelf oplost, raden deskundigen aan om met uw kinderarts of een pediatrische spraak-taalpatholoog te praten als uw kind (3) of meer van de bovenstaande risicofactoren vertoont. Als u geen van deze waarschuwingssignalen hebt gezien, maar u merkt toch vertragingen in de spraak- en taalvaardigheden van uw peuter, kunt u kijken naar twee belangrijke concepten van taalontwikkeling: receptieve en expressieve taal.
Receptieve taal verwijst naar het vermogen van een kleintje om boodschappen te ontvangen en te begrijpen via geluiden, gebaren en spraak. Wanneer u hem bijvoorbeeld meer melk aanbiedt door het woord te zeggen of naar het melkreservoir te wijzen, laat hij duidelijk merken dat hij het begrijpt door een geluid, gebaar of woord terug te geven. Expressieve taal verwijst naar het gebruik van geluiden, spraak of gebaren om te communiceren. Als uw kind met succes gebaren gebruikt en gemakkelijk boodschappen kan ontvangen en begrijpen, maar niet veel zelf praat, kan dit te wijten zijn aan een vertraging in de expressieve woordenschat.
Wat kunt u doen om uw kind te helpen spraak te ontwikkelen?
Er zijn veel dingen die u kunt doen om de spraakontwikkeling van uw peuter te helpen bevorderen. Een goede vuistregel is: praat, praat, praat zo veel mogelijk met hem! Ons BabySparks-programma biedt een uitgebreide bibliotheek van activiteiten om de spraakontwikkeling te ondersteunen door middel van praten, zingen, verhaaltjes vertellen, voorlezen en nog veel meer.
U kunt ook nuttige informatie vinden over het stimuleren van de spraak in deze artikelen:
Supporting Expressive Language Skills During Baby & Toddler-Hood
Babble Back: How Meaningful Responses to Babbling Boost Language Skills
The Evolution of Speech: 12-24 maanden
De “30 miljoen woordenkloof” & Wat dit voor u betekent
Vaak voorkomende spraak- en taalstoornissen &Hoe u ze kunt herkennen
Het belang van vroegtijdige interventie