Wat zijn de verschillende soorten insuline?
Het soort insuline dat u neemt, is gebaseerd op drie factoren: hoe lang het duurt voordat de insuline begint te werken (onset), wanneer de werking het sterkst is (piek), en hoe lang de insuline blijft werken (duur). Sommige soorten insuline worden basale insulines genoemd. Deze werken langer en geven u een constante dosis insuline gedurende de dag en nacht. Andere soorten worden maaltijd-, snelle of bolus-insulines genoemd. Deze hebben meestal een kortere werkingsduur, maar geven u een grotere hoeveelheid insuline om de pieken in de bloedsuikerspiegel na een maaltijd op te vangen.
Maaltijdinsuline (of “bolus”).Wordt vóór de maaltijd gebruikt om de stijging van de bloedglucosespiegel na het eten onder controle te houden.
- Snelwerkende: lispro, aspart, glulisine, gewone humane inhalatie-insuline
- Kortwerkende: gewone humane insuline
Basale insuline. Regelt uw bloedglucoseniveaus tussen de maaltijden en gedurende de nacht. Deze wordt gewoonlijk een- of tweemaal daags gebruikt. Het kan alleen of in combinatie met orale geneesmiddelen of snelwerkende insuline worden gebruikt.
- Tussenwerkende: humane NPH
- Langwerkende: glargine biosimilar, detemir, en degludec
Voorgemengde insuline. Combinatie van bolus- en basale insuline die de bloedglucosespiegels na en tussen de maaltijden regelt. Deze worden gewoonlijk tweemaal daags voor het ontbijt en het avondeten gebruikt. Ze kunnen alleen of in combinatie met orale geneesmiddelen worden gebruikt.
Het soort insuline dat uw arts u voorschrijft, hangt af van het type diabetes dat u hebt, uw levensstijl (wanneer en wat u eet, hoeveel u beweegt), uw leeftijd en de reactie van uw lichaam op insuline. Het hangt ook af van hoe vaak u in staat of bereid bent uw bloedglucose te controleren en uzelf injecties te geven.
Mensen met type 1-diabetes hebben vaak meer dan één soort insuline nodig. De meeste mensen met diabetes type 2 die insuline gebruiken, gebruiken aanvankelijk alleen basale (langwerkende) insuline.
Wat zijn insuline-analogen?
De afgelopen jaren hebben wetenschappers nieuwe producten ontwikkeld die insuline-analogen worden genoemd. Deze zijn genetisch gemanipuleerd om beter overeen te komen met de insuline die door uw alvleesklier wordt geproduceerd.
Insulineanalogen maken het gemakkelijker om de bloedglucose onder controle te houden. Door hyperglykemie (hoge bloedglucose) en hypoglykemie (lage bloedglucose) onder controle te houden en te voorkomen, kunnen ze het risico op gezondheidsproblemen als gevolg van diabetes verminderen en uw kwaliteit van leven verbeteren. Net als traditionele insulines worden analoge insuline geïnjecteerd met een injectiespuit, een insulinepen of een insulinepomp. Insuline-analogen omvatten langwerkende basale insulines (bijvoorbeeld glargine en determir) en snelwerkende bolusinsulines (bijvoorbeeld lispro, aspart en glulisine).
Sommige insuline-analogen zijn nog niet goedgekeurd voor gebruik tijdens de zwangerschap. Als u zwanger bent of wilt worden, overleg dan met uw arts wat voor u de beste insuline is.
Hoe kunt u voor uzelf en uw diabetes zorgen?
Als u diabetes hebt, moet u een gezonde levensstijl aanhouden en zo veel mogelijk over uw aandoening te weten komen. Volg de aanbevelingen van uw arts voor behandeling en controleer regelmatig uw bloedglucose om hoge of lage bloedglucose te voorkomen. U kunt uw diabetes onder controle houden met een dieet, lichaamsbeweging en medicijnen (indien nodig).
Bekijk of download het insulinevolglogboek⭳
Bekijk of download het fitnessvolglogboek⭳
Bekijk of download het voedingslogboek⭳
Bekijk of download het insulinewiel⭳
Vragen die u aan uw zorgteam kunt stellen, als u insuline gebruikt
- Welke vorm van diabetes heb ik?
- Welke medicijnen heb ik nodig voor mijn diabetes?
- Wat zijn de risico’s en voordelen van het medicijn?
- Moet ik insuline gebruiken? Welk type? Hoe vaak?
- Hoe vaak moet ik mijn bloedsuikers controleren?
- Hoe vaak heb ik controles nodig?
- Moet ik naar een diabetesvoorlichter?
- Moet ik naar een endocrinoloog voor mijn zorg?