Inleiding tot het Boek Deuteronomium

Deuteronomium 1-4 Mozes vertelt over belangrijke gebeurtenissen uit de voorafgaande 40 jaar van de Israëlieten, waaronder het verbond dat de Here met hen sloot bij Horeb, oftewel de berg Sinaï.

Deuteronomium 5-11 Mozes spoort de Israëlieten aan om hun kinderen te leren de Here lief te hebben, de geboden te onderhouden, en te trouwen in het verbond. Hij herinnert hen eraan dat zij een heilig en uitverkoren volk van de Here moeten zijn. Mozes vertelt de Israëlieten ook welke lessen zij moeten onthouden van hun zwerftochten in de woestijn en waarschuwt hen voor wat er zal gebeuren als zij dit vergeten. Hij vertelt over de tijden dat de Israëlieten in opstand kwamen en hoe hij bemiddelde tussen hen en de Heer. Hij leert de Israëlieten dat als zij de Here liefhebben en dienen, zij gezegend zullen worden in het beloofde land; doen zij dat niet, dan zullen zij vervloekt worden.

Deuteronomium 12-17 Mozes draagt het volk op om de valse goden van de Kanaänieten te vernietigen en een apart volk te blijven, vrij van wereldse praktijken en invloeden. Hij herinnert de Israëlieten aan de geboden van de Heer. Hij waarschuwt Israël tegen het hebben van koningen, maar geeft hen vervolgens instructies voor het geval zij besluiten een koning te hebben ondanks zijn raad.

Deuteronomium 18 Mozes instrueert Israël om het bijgeloof en de occulte praktijken van andere naties te vermijden. Hij profeteert van Jezus Christus en vertelt de Israëlieten hoe zij een ware profeet kunnen herkennen.

Deuteronomium 19-28 Mozes geeft specifieke wetten en geboden met betrekking tot rechtshandelingen en oorlogsvoering, alsmede instructies voor het dagelijks leven. Hij spoort de Israëlieten aan hun schuld aan de Heer te gedenken door de eerstelingen van het land Kanaän te offeren, tiende te betalen en zich aan hun verbonden te houden.

Deuteronomium 29-30 Israël sluit een verbond met de Heer. Mozes waarschuwt dat zij die de Here ongehoorzaam zijn, vervloekt zullen worden en profeteert dat zij die de Here gehoorzamen, tijdelijk en geestelijk gezegend zullen worden.

Deuteronomium 31-34 Mozes vertelt Jozua en de Israëlieten om sterk te zijn en moed te hebben. Hij leert de Israëlieten een lied dat Israël zal helpen zich de Heer en de geboden te herinneren. Hij zegent elk van de stammen van Israël en ziet al het land dat Israël zal erven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.