PiekolieEdit
Met behulp van de curve modelleerde Hubbert de snelheid van de aardolieproductie voor verschillende regio’s, bepaald door de snelheid waarmee nieuwe oliebronnen werden ontdekt, en extrapoleerde hij een wereldproductiecurve. De relatieve steilheid van de daling in deze projectie is het voornaamste punt van zorg in de discussies over de piekolie. Dit komt omdat een steile daling van de productie impliceert dat de wereldwijde olieproductie zo snel zal dalen dat de wereld niet genoeg tijd zal hebben om energiebronnen te ontwikkelen om de energie die nu uit olie wordt gebruikt te vervangen, wat mogelijk tot drastische sociale en economische gevolgen zal leiden.
Andere bronnenEdit
Hubbert-modellen zijn gebruikt om de productietrends van verschillende hulpbronnen te voorspellen, zoals aardgas (Hubbert’s poging aan het eind van de jaren zeventig resulteerde in een onnauwkeurige voorspelling dat de aardgasproductie in de jaren tachtig dramatisch zou dalen), steenkool, splijtbare materialen, helium, overgangsmetalen (zoals koper), en water. Ten minste één onderzoeker heeft geprobeerd een Hubbert-curve te maken voor de walvisindustrie en kaviaar, terwijl een andere het toepaste op kabeljauw.
CritiqueEdit
De maandelijkse Amerikaanse olieproductie bereikte 10,07 miljoen b/d in november 2017, het hoogste maandelijkse niveau van ruwe olieproductie in de Amerikaanse geschiedenis en tientallen jaren na de piek van 1970 die Hubbert voorspelde. De Hubbert-curve moet afzonderlijk worden berekend voor verschillende olieprovincies, waarvan de exploratie op een ander moment is begonnen, en olie die wordt gewonnen met nieuwe technieken, soms onconventionele olie genoemd, wat resulteert in individuele Hubbert-cycli. De Hubbert-curve voor de olieproductie in de VS wordt over het algemeen gemeten in jaren.