Hoofdstuk 12
Cardiale actiepotentialen & het elektrocardiogram
1. De initiëledepolarisatiefase van een actiepotentiaal in hartventrikelspiercellen wordt veroorzaakt door?
a. verhoogde Na+permeabiliteit
b. verhoogde K+permeabiliteit
c. verminderde Ca+permeabiliteit
d. remming van de Na+/K+pomp
2. De plateaufase van de actiepotentiaal van hartventrikelspieren wordt in stand gehouden door a:
a. evenwicht tussen de snelheid van K+efflux en Na+ influx over het celmembraan
b. evenwicht tussen de snelheid van K+efflux en Ca++ influx over het celmembraan
c. spanningsafhankelijke toename in K+permeabiliteit
d. spanningsafhankelijke toename in Na+permeabiliteit
3. Welke van de volgende ionen heeft/hebben een lagere membraanpermeabiliteit tijdens de plateaufase van de actiepotentiaal van de ventriculaire spiercel dan tijdens de rustfase (bij -90 mV)?
a. alleen Na+
b. alleen K+
c. alleen Ca++
d. al deze ionen
4. Tijdens de rustfase (bij -90 mV) van de hartspiercel is het celmembraan het meest doorlaatbaar voor welke van de volgende ionen?
a. Na+
b. K+
c. Ca++
d. het is voor al deze ionen in gelijke mate doorlaatbaar
5. Welk van de volgende processen draagt bij tot de geleidelijke en spontane depolarisatie van cellen van de sinoatriale knoop die optreedt tussen actiepotentialen (de pacemakerpotentiaal)?
a. verhoogde Na+permeabiliteit
b. verhoogde K+permeabiliteit
c. verminderde Ca++permeabiliteit
d. remming van de Na+/K+-pomp
6. Op een normale elektrocardiograaf is een golf voor de repolarisatie van de boezems niet te zien, omdat:
a. de afleidingen niet zo zijn geplaatst dat ze de atriale repolarisatie kunnen opvangen
b. de boezems normaal gesproken niet in noemenswaardige mate repolariseren
c. de golf voor atriale repolarisatie wordt gemaskeerd door de golf voor ventriculaire depolarisatie
d. de golf te klein is om door externe opname-elektroden te worden gedetecteerd
7. Depolarisatie van de sinoatriale knoop van het hart vindt plaats in welke fase van het elektrocardiogram?
a. tijdens de P-golf
b. tussen de P-golf en het QRS-complex
c. tussen het QRS-complex en de Tw-golf
d. tussen de T-golf en de daaropvolgende P-golf
8. In welke fase van het elektrocardiogram bevinden de ventriculaire spiercellen zich in de plateaufase van hun actiepotentialen?
a. tijdens de P-golf
b. tussen de P-golf en het QRS-complex
c. tussen het QRS-complex en de Tw-golf
d. tussen de T-golf en de daaropvolgende P-golf
9. Welk van deze delen van het elektrocardiogram wordt veroorzaakt door ventriculaire repolarisatie?
a. de P-golf
b. het QR-deel van het QRS-complex
c. het RS-deel van het QRS-complex
d. de T-golf
10. Welk deel van het elektrocardiogram komt overeen met atriale depolarisatie?
a. het QRS-complex
b. de P-golf
c. de T-golf
d. atriale depolarisatie is op het ECG niet zichtbaar omdat het door andere golven aan het oog wordt onttrokken
11. Welk deel van het elektrocardiogram komt overeen met ventriculaire depolarisatie?
a. P-golf
b. T-golf
c. U-golf
d. QRS-complex
12. Dedepolarisatiefase (niet de pacemakerpotentiaal) van de actiepotentiaal van de cellen van de sinoatriale knoop is voornamelijk het gevolg van:
a. opening van spanningsgereguleerde Na+kanalen
b. opening van spanningsgereguleerde Ca++-kanalen
c. opening van spanningsgereguleerde K+-kanalen
d. alle bovenstaande processen dragen bij aan de depolarisatiefase
Op welk punt in bovenstaand schema is het membraan van de hartspiercel het meest doorlaatbaar voor Na+?