Fysieke training op grote hoogte verbetert de prestaties op grote hoogte. Studies naar prestatieverbeteringen op zeeniveau na training op grotere hoogten hebben echter dubbelzinnige en onbesliste resultaten opgeleverd. Door hypoxie veroorzaakte secundaire polycythemie draagt in belangrijke mate bij tot een verhoogde werkcapaciteit op grote hoogte. De algemene bevinding bij blootstelling aan hypoxie is een voorbijgaande stijging van de hemoglobineconcentratie en het hematocriet als gevolg van een snelle afname van het plasmavolume, gevolgd door een toename van de erytropoëse op zich. Zowel bij niet-atleten als bij elite-duursporters treedt maximale reticulocytose op na ongeveer 8 tot 10 dagen op gematigde hoogte. Trainingsperioden van 3 weken op gematigde hoogten resulteren in een individuele toename van het hemoglobinegehalte met ongeveer 1 tot 4%. Een sterkere stijging van de hemoglobineconcentratie kan worden bereikt bij een langer verblijf op gematigde hoogte. De normale reactie van erytropoëtine bij blootstelling aan hypoxie omvat aanvankelijk verhoogde niveaus, gevolgd door een daling na ongeveer een week. Het handhaven van een hoge erytropoëtineconcentratie is dus geen voorwaarde voor een blijvende toename van de erytrocytenvorming op grote hoogte. De belangrijkste farmacologische modulator van de erytropoëtineproductie lijkt adenosine te zijn. Maar modulatoren zoals groeihormoon en catecholaminen kunnen ook het effect van hypoxie op zich op de erytropoëtineproduktie versterken. Anderzijds bestaat het risico dat de stresshormonen een relatieve depressie van het beenmerg veroorzaken, vooral in de beginfase van de hoogtetraining wanneer de aanpassing minimaal is en de stressreactie het sterkst wordt geaccentueerd. De belangrijkste “erytropoëse-specifieke” voedingsfactor is de beschikbaarheid van ijzer, die de erytropoëse bij de mens over een groot bereik kan moduleren. Adequate ijzervoorraden zijn een noodzaak voor hematologische aanpassing aan hypoxie. Op gematigde hoogte is echter een snelle mobilisatie van ijzer nodig en zelfs als de ijzerreserves normaal zijn, bestaat het risico dat ze niet snel genoeg kunnen worden gemobiliseerd voor een optimale synthese van hemoglobine. Gegevens van gezonde atleten die op gematigde hoogten trainen, wijzen op een werkelijke stijging van de hemoglobineconcentratie met ongeveer 1% per week. Volledige hematologische aanpassing vindt plaats wanneer bewoners van zeeniveau op gematigde hoogte vergelijkbare hemoglobineconcentraties hebben als bewoners. Het normale verschil in hemoglobineconcentratie kan worden geschat op ongeveer 12% tussen permanente bewoners op zeeniveau en op 2500 m boven zeeniveau. Dit verschil wijst op een noodzakelijke aanpassingstijd van ongeveer 12 weken. Indien de trainingsperiode op gematigde hoogte korter moet zijn, is het aan te bevelen met korte tussenpozen een aantal reizen te maken. De belangrijke factor in de hematologische aanpassing van atleten op gematigde hoogte is hypoxie.(ABSTRACT VERTROKKEN OP 400 WOORDEN)