De laatste jaren is er een verschuiving opgetreden in het debat over de oorzaken van eczeem – met meer aanwijzingen dat het een auto-immuunziekte zou kunnen zijn. Als dat het geval is, vroegen prof. King en collega’s zich af of tofacitinib citraat – een geneesmiddel dat is goedgekeurd voor de behandeling van reumatoïde artritis – de immuunrespons zou onderbreken die eczeem veroorzaakt.
Prof. King was betrokken bij twee eerdere studies naar hetzelfde geneesmiddel. Eén toonde aan dat tofacitinib citraat kon worden gebruikt om de ontsierende huidaandoening vitiligo te behandelen, en de andere studie toonde aan hoe het medicijn een man met alopecia areata hielp een volle bos haar te laten groeien.
Alopecia areata is een auto-immuunaandoening waarbij het immuunsysteem de haarfollikels aanvalt. Vitiligo wordt ook verondersteld een auto-immuunaandoening te zijn waarbij het immuunsysteem zich richt op huidcellen die melanocyten worden genoemd.
Tofacitinib citraat blokkeert enzymen genaamd Janus-kinasen (JAK’s) die betrokken zijn bij ontsteking bij reumatoïde artritis – een chronische auto-immuunaandoening die de bekleding van de gewrichten aantast.
Als het niet wordt gedeblokkeerd, kunnen JAK’s het signaal afgeven dat ontstekingscytokinen vrijkomen die de gewrichten en andere weefsels aanvallen. Het doel van de behandeling van reumatoïde artritis met tofacitinib is om de ontsteking en de ziekteactiviteit te verminderen.
Prof. King zegt dat hun bevindingen de manier waarop eczeem wordt behandeld zouden kunnen veranderen, en concludeert:
“Eczeem treft miljoenen kinderen en volwassenen in de Verenigde Staten. Ik heb goede hoop dat we een heel nieuw tijdperk in de behandeling ingaan.”
Hij en zijn collega’s wijzen er echter ook op dat er nu verder onderzoek nodig is om te bevestigen dat de behandeling veilig is en om de effectiviteit op langere termijn te onderzoeken.