De psychische sfeer is te beschouwen als de bron van zinvol gedrag, dat wordt uitgevoerd ten dienste van de celgemeenschap waaruit ons lichaam bestaat. Er kunnen drie fundamentele soorten gedrag worden onderscheiden: het zuiver praktische, het theoretisch-praktische, en het zuiver theoretische. Deze drie soorten gedrag hebben drie verschillende redenen: de eerste een bepalende reden, de tweede een motiverende reden, en de derde een ondersteunende reden. De drievoudige aard van de redenen houdt verband met de drievoudige behoeften van de celgemeenschap (in deze context wordt de mens beschouwd als een voorbeeld van een dier). Mogelijke neurobiologische grondslagen van menselijk gedrag worden afgebeeld in een schematische figuur die de relatie toont tussen hersencentra en sensorimotorische functies van het menselijk gelaat met inbegrip van oogbewegingen. Het psychisch centrum zou zich in de thalamus kunnen bevinden, de gebieden van de centrale sulcus worden beschouwd als een objectiveringszone. Dit wijst erop dat de motorische zones van de cortex, met inbegrip van de frontale adversieve velden, intentiezones zijn, en de zintuiglijke zones reproductie-, verwachtings-, en herinneringszones. Een systeem zo samengesteld zou mogelijk maken wat wij in elk dierlijk wezen zien: besluitvorming, vooruitziendheid, en leren.