Een waarschuwing: dit verhaal zal u doen walgen.
Maar deze week – zaterdag om precies te zijn – is het 100 jaar geleden dat een barbaarse daad plaatsvond in het kleine Valdosta, Ga. En het verhaal van wat daar gebeurde vraagt erom herinnerd te worden.
Het begon toen iemand Hampton Smith doodde, een blanke plantage-eigenaar. De verdenking viel op Sidney Johnson, een Afro-Amerikaanse arbeider die een loongeschil met Smith zou hebben gehad. Een wraakzuchtige blanke bende, niet in staat om Johnson te vinden, doodde in plaats daarvan andere zwarte mensen, waaronder een man genaamd Hayes Turner. Zijn vrouw was woedend en zwoer luidkeels een arrestatiebevel tegen de moordenaars te zullen uitvaardigen. Dus de volgende dag kwamen ze voor haar.
Mary Turner was misschien 20 jaar oud. Ze was acht maanden zwanger. Ze hingen haar op aan haar enkels in een boom. Ze overgoten haar met benzine en motorolie. Ze staken haar in brand. Maar dat was niet het ergste van wat ze deden.
NAACP-functionaris Walter White, een bleke Afro-Amerikaanse man met blond haar en blauwe ogen die door zijn uiterlijk lynchbendeleden uit de eerste hand kon interviewen, liet een huiveringwekkend verslag na in zijn boek uit 1929, “Rope and Faggot: A Biography of Judge Lynch.” (Opmerking: hoewel nu voornamelijk gebruikt als een anti-homo scheldwoord, betekent “flikker” – de moderne spelling heeft één “g” – ook een bundel stokken).
Schreef White: “Spottende, ribbelende lach van haar kwelgeesten beantwoordde het geschreeuw van de hulpeloze vrouw van pijn en terreur. Meneer, u had het negerinnetje moeten horen huilen!’ pochte een lid van de menigte een paar dagen later tegen me… De kleren verbrand van haar knapperig geroosterde lichaam waarin helaas nog leven zat, stapte een man op de vrouw af en scheurde met zijn mes de buik open in een onbehouwen keizersnede. Het te vroeg geboren kind tuimelde eruit. Twee zwakke kreten gaf het – en het kreeg als antwoord de hiel van een stoere man, terwijl het leven uit de kleine vorm werd vermalen.”
De baby stierf zonder naam. De geschiedenis vermeldt niet eens zijn geslacht. De menigte begroef het met zijn moeder in een ondiep graf. Als “grafsteen” staken ze een lege whiskyfles in de grond met een half opgerookte sigaar die uit de hals stak.
Ik zei toch dat je ervan zou walgen. En misschien vraagt u zich af waarom ik zo’n gruwelijk verhaal wilde vertellen.
Noem het een herinnering. In een tijd waarin we stammenhaat zien opkomen met hernieuwde kracht over de hele wereld, een tijd waarin fascisme oprukt in Charlottesville en op de stembus in Slowakije, een tijd waarin neonazi’s terreur verspreiden van Athene, Griekenland tot Charleston, VS, een tijd waarin zeven politiewagens en een helikopter worden ingezet omdat een blanke vrouw drie zwarte mensen ziet uitchecken uit een Airbnb, een tijd waarin voormalig presidentieel adviseur Steve Bannon extreem-rechts adviseert beschuldigingen van racisme “als een eremedaille” te dragen…in zo’n tijd is het nuttig – ja, cruciaal – om eraan herinnerd te worden dat we deze film al vele malen eerder hebben gezien en dat we al weten hoe hij eindigt, wat er onvermijdelijk gebeurt wanneer sommigen van ons anderen van ons minder menselijk verklaren dan de rest van ons.
Het is een les die ons al te vaak is geleerd, een les die we hebben geleerd van de met bloed besmeurde machetes van Rwanda, van het geschreeuw dat opklinkt uit de straten van Nanking, van de zwarte as die dwarrelt uit de schoorsteen van een crematorium in Polen, van de met traangas vergaste longen van een dode baby in Gaza, van het gebroken lichaam van een baby die honderd jaar geleden in de modder van Georgia werd geplet. Het is een les die we maar al te vaak omhullen met eufemisme en mythevorming. Dus de harde waarheid ervan kan niet vaak genoeg herhaald worden.
Je haatte dat verhaal, ja. Maar je zult het niet snel vergeten. Het zal je nog lang dwarszitten. Misschien is dat niet het ergste in de wereld.