De Wereld in 1914
De Eerste Wereldoorlog had een grote invloed op de internationale positie van de Verenigde Staten, omdat deze de algemene mondiale stabiliteit verbrak die de natie bijna 100 jaar lang in een cocon had gehuld. Politiek isolement, hoe passend ook tijdens de 19e eeuw, diende niet langer het nationaal belang, en het land werd in buitenlandse verwikkelingen getrokken die slechts een paar jaar eerder ondenkbaar waren.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak tussen de Geallieerde Mogendheden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, Japan, en later Italië) en de Centrale Mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, en Turkije), kondigden de Verenigde Staten een beleid van strikte neutraliteit aan, in overeenstemming met de traditie. Dit standpunt was onhoudbaar toen de Amerikaanse scheepvaart herhaaldelijk werd aangevallen door Duitse U-boten.
Tijdens de periode van Amerikaanse neutraliteit (1914-1917) bloeide de houding ten opzichte van internationale zaken die was ontstaan in de nasleep van de Spaans-Amerikaanse Oorlog. Naarmate de Amerikaanse belangen zich uitbreidden, raakte de VS in conflict met een andere opkomende macht: Duitsland. Ironisch genoeg lagen de Amerikaanse belangen vaak op één lijn met die van een oude vijand, Groot-Brittannië. De oorlog verergerde de trend, en een gespannen diplomatiek conflict met Duitsland over de legaliteit van onbeperkte onderzeese oorlogsvoering tegen neutrale schepen versnelde een politiek proces dat enkele jaren eerder was begonnen.