The Right Honourable Sir Winston Leonard Spencer Churchill (1874-1965), de zoon van Lord Randolph Churchill en zijn Amerikaanse vrouw Jennie Jerome, genoot zijn opleiding in Harrow en Sandhurst. Na een korte maar bewogen carrière in het leger werd hij in 1900 conservatief parlementslid. Hij bekleedde vele hoge posten in liberale en conservatieve regeringen gedurende de eerste drie decennia van de eeuw. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij benoemd tot First Lord of the Admiralty – een functie die hij eerder van 1911 tot 1915 had bekleed. In mei 1940 werd hij minister-president en minister van Defensie en bleef in functie tot 1945. Hij nam het premierschap weer op zich bij de overwinning van de Conservatieven in 1951 en trad af in 1955. Hij bleef echter parlementslid tot de algemene verkiezingen van 1964, toen hij zich niet herkiesbaar stelde. Koningin Elizabeth II verleende Churchill in 1953 het ridderschap en investeerde hem met het insigne van de Orde van de Kousenband. Onder de talloze andere eerbewijzen en onderscheidingen die hij ontving, verdient het ereburgerschap van de Verenigde Staten dat president Kennedy hem in 1963 verleende, een speciale vermelding.
Churchills literaire carrière begon met campagneverslagen: The Story of the Malakand Field Force (1898) en The River War (1899), een verslag van de veldtocht in Soedan en de Slag bij Omdurman. In 1900 publiceerde hij zijn enige roman, Savrola, en zes jaar later zijn eerste grote werk, de biografie van zijn vader, Lord Randolph Churchill. Zijn andere beroemde biografie, het leven van zijn grote voorvader, de hertog van Marlborough, werd tussen 1933 en 1938 in vier delen gepubliceerd. Churchills geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog verscheen in vier delen onder de titel The World Crisis (1923-29); zijn memoires over de Tweede Wereldoorlog bestonden uit zes delen (1948-1953/54). Na zijn ambtsbeëindiging schreef Churchill een Geschiedenis van de Engelssprekende volkeren (4 delen, 1956-58). Zijn prachtige redevoeringen zijn bewaard gebleven in een dozijn delen van toespraken, waaronder The Unrelenting Struggle (1942), The Dawn of Liberation (1945), en Victory (1946).
Churchill, een begaafd amateur-schilder, schreef Painting as a Pastime (1948). Een autobiografisch verslag van zijn jeugd, My Early Life, verscheen in 1930.