Het sieraad van een strijkijzer maakt het ons wel duidelijk (met de toepasselijke instelling “zijde” voor zijde en zo). Hoe komt het dan dat onze katoenen lakens altijd gekreukt zijn en onze polyester topjes na het strijken een rare glans hebben? Hier, een handige gids om al uw spullen te strijken als een baas.
Katoen: Strijk op hoog vuur terwijl de stof nog vochtig aanvoelt. Gebruik de stoom- en sproeiknopen royaal als dat nodig is.
Linnen: Strijk het kledingstuk binnenstebuiten op hoge hitte terwijl de doek nog vochtig aanvoelt. Gebruik de stoom- en sprayknoppen royaal/zo nodig.
Wol: Strijk het kledingstuk binnenstebuiten op middelhoge warmte, en gebruik stoom om te bevochtigen. (Strijk desgewenst op een persdoek, als extra voorzorgsmaatregel.)
Zijde: Strijk het kledingstuk binnenstebuiten op een laag vuur, en net na een wasbeurt terwijl het nog licht vochtig is – niet spuiten of stomen. Nogmaals, gebruik een persdoek indien nodig.
Polyester: Strijk het kledingstuk op matig-lage warmte terwijl het nog vochtig is. Spuit indien nodig, maar vermijd stomen. (Stoom en/of hoge temperatuur kunnen een plasticachtige glans achterlaten.)
Nylon: Strijk het kledingstuk op lage warmte. Niet stomen, maar indien nodig sprayen.
Acryl: Strijk het kledingstuk binnenstebuiten op een laag vuur. Nooit stomen, maar sprayen indien nodig.
Vlecht: Strijk het kledingstuk droog op een laag vuurtje met een persdoek ertussen ter bescherming. Niet stomen of sprayen.
Velours: Nooit strijken, mensen – deze man moet gestoomd worden.
Kasjmier: Idem.