Om “gelucht” te worden, hingen ze hun baby’s letterlijk uit het raam. 1937.
Hangende “babykooien” kwamen in zwang nadat ze in 1922 waren uitgevonden, maar hun oorsprong begon eigenlijk met het boek The Care and Feeding of Children uit 1884, van Dr. Luther Emmett Holt. In zijn boek beschrijft Emmett zorgvuldig hoe baby’s moeten worden “gelucht”. “Frisse lucht is nodig om het bloed te vernieuwen en te zuiveren, en dit is net zo noodzakelijk voor de gezondheid en de groei als goede voeding,” schreef hij. “De eetlust wordt verbeterd, de spijsvertering is beter, de wangen worden rood, en alle tekenen van gezondheid worden gezien.”
In wezen was de gedachte dat dit deel uitmaakte van een proces om de baby’s taaier te maken, en ze beter bestand te maken tegen verkoudheid. Men geloofde dat het blootstellen van baby’s aan koude temperaturen, zowel buiten als door het nemen van koude baden, hen een zekere immuniteit zou geven tegen het oplopen van kleine ziektes.
Hoewel artsen als Dr. Luther Emmett Holt adviseerden om het mandje van een baby gewoon bij een open raam te zetten, gingen sommige ouders nog een stap verder. Eleanor Roosevelt, die naar eigen zeggen “absoluut niets wist van het omgaan met of voeden van een baby”, kocht een kippengaaskooi na de geboorte van haar dochter Anna. Ze hing hem uit het raam van haar appartement in New York en legde Anna erin voor haar dutjes – totdat een bezorgde buurvrouw dreigde haar aan te geven bij de autoriteiten.
Het eerste commerciële octrooi voor een babykooi werd in 1922 aangevraagd door Emma Read uit Spokane, Washington. De kooien werden populair in Londen in de jaren 1930 onder flatbewoners zonder toegang tot achtertuinen. Het is niet helemaal duidelijk wanneer de populariteit van de babykooi precies begon af te nemen, maar het had waarschijnlijk iets te maken met de groeiende bezorgdheid over de veiligheid van kinderen in de tweede helft van de 20e eeuw.
Als reactie op een gebrek aan huizen met buitenruimte, begonnen mensen ramen uit te rusten met kooien op kinderformaat waarin baby’s konden rondhangen. 1934.
Als de kooien inderdaad veilig waren (hoewel we dat ook aannemen van onze airconditioners), waren deze moeders misschien iets op het spoor. 1936.
Een baby in een kooi in 1948.
De rage bleek een zekere staying power te hebben, er werden zelfs met woordspelingen gevulde promotievideo’s gemaakt waarin de voordelen van babykooien werden aangeprezen. 1940.
De kooien werden populair onder flatbewoners zonder toegang tot achtertuinen.
(Foto: Hulton-Deutsch / Corbis / Getty).