Fecundatie en innesteling van het embryo
Fecundatie vindt plaats in week 2; dit is het moment waarop het sperma (van de vader) en de eicel (van de moeder) elkaar ontmoeten in het midden van de eileider. Het sperma wordt ingebracht in de eicel, en de kernen van elke cel versmelten tot één enkele cel, die dan een zygote wordt genoemd.
Sperma en eicel zijn voortplantingscellen, en hebben daarom slechts de helft van de chromosomen van een normaal menselijk wezen. Elke ouder draagt dus 23 chromosomen bij, die zich in de zygote, of het toekomstige embryo, verenigen tot een normale menselijke cel met 46 chromosomen, de helft van elke ouder. Elk chromosoom bestaat uit miljoenen genen, die alle informatie bevatten die nodig is om “het programma uit te voeren” om een menselijk wezen te vormen.
Seksechromosomen worden gevonden vanaf het begin van de bevruchting; het geslacht van de toekomstige baby wordt bepaald door het sperma dat de eicel heeft bevrucht: als het een Y-chromosoom is, zal het embryo een jongen zijn, en als het een X-chromosoom is, zal het een meisje zijn.
Lees meer