burgerlijke godsdienst
een geheel van geloofsovertuigingen, riten en symbolen die de relatie van de burger tot de BURGERSE SAMENLEVING, NATIE en STAAT en hun historische herkomst en bestemming aangeven en vieren. De term vindt zijn oorsprong in Rousseaus onderscheid tussen de “godsdienst van de mens”, die een privé-aangelegenheid is tussen het individu en God, en de “godsdienst van de burger”, die een openbare aangelegenheid is van de relatie van het individu tot de maatschappij en de overheid. Burgerlijke godsdiensten trachten alle leden aan de samenleving te binden, hun hun plichten voor te schrijven en hen er zelfs toe aan te zetten voor hun land te vechten en te sterven als dat nodig is Rousseaus formuleringen hebben DURKHEIM beïnvloed, maar de term kreeg pas zijn hedendaagse betekenis door Robert Bellahs (1967) werk over de Verenigde Staten. Bellah beschrijft Amerika’s zelfverstaan van een verbond met God dat haar verplicht Gods wil op aarde uit te voeren. Hij verwijst naar verklaringen van de grondleggers, de Onafhankelijkheidsverklaring, presidentiële inaugurele toespraken van Washingtons tot Kennedy’s, de Gettysburg Address en andere uitspraken; symbolen en monumenten (d.w.z. heilige plaatsen) zoals het motto van de VS (‘In God we trust’), het Lincoln Memorial en de Arlington National Cemetery; en vieringen en rituelen zoals Thanksgiving Day, Memorial Day, Veterans Day, het salueren van de vlag en ceremonies op scholen. Bellah erkent dat de Amerikaanse burgerlijke religie kan ontaarden in nationale zelfgoderij en heeft vervolgens geschreven over het Amerikaanse verbroken verbond.
De mythen, verhalen, beelden, iconen, plaatsen, figuren, vieringen en riten van burgerlijke religies zijn religieus in de Durkheimiaanse zin; zij zijn afgezonderd van de alledaagsheid van het leven en zijn het voorwerp van ontzag, eerbied of speciaal respect. De collectieve voorstellingen in een burgerlijke godsdienst zijn ook echt burgerlijk, d.w.z. representatief voor de samenleving, geworteld in “wij het volk”; politici die het staatsapparaat beheersen, kunnen er gebruik van maken, maar zij negeren ze ook op eigen risico. De collectieve voorstellingen van een “politieke religie” daarentegen worden door degenen die de staat beheersen op de samenleving gelegd met de bedoeling de politieke orde buiten spel te zetten. Het bekendste voorbeeld is dat van de Sovjet-Unie. Christel Lane (1981) onderzoekt de sacralisering van de Oktoberrevolutie, de Grote Patriottische Oorlog en de heroïsche prestatie van de arbeid; de begeleidende symbolen en riten, zoals Oktoberparades, bezoeken aan het Lenin Mausoleum en het plaatsen van foto’s van Lenin in elk openbaar ambt; en de talrijke calendrische rituelen en overgangsrituelen. Wie eraan twijfelt dat dit een politieke en geen burgerlijke godsdienst was, hoeft alleen maar op te merken hoe weinig daarvan vandaag de dag in Rusland nog over is. Een expliciet functionalistisch verslag van “burgerlijke godsdienst” in het Verenigd Koninkrijk werd gegeven door Young en Shils (1953) ten tijde van de kroning en een beroemde Engelse cricketoverwinning.