Allergenenetikettering van producten op basis van tarwe – permanente vrijstelling – Zetmeel Europa

Permanente vrijstelling verkregen voor “allergenenetikettering” van maltodextrinen op basis van tarwe, glucosesiropen, dextrose

Het doet ons genoegen te kunnen meedelen dat de Commissie op basis van adviezen van de EFSA op 28 november 2007 samen met Richtlijn 2007/68/EG de lijst heeft gepubliceerd van voedselingrediënten of stoffen die permanent van de etikettering van allergenen zijn vrijgesteld.

  • Glucosestropen op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose, maltodextrinen op basis van tarwe en producten op basis van tarwe zijn in deze lijst opgenomen en zijn daarom permanent vrijgesteld van allergenenetikettering.

In het besluit van de Commissie staat: “Op grond van de adviezen van de EFSA en andere beschikbare informatie kan worden geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat bepaalde ingrediënten of stoffen die van deze in bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG vermelde ingrediënten zijn afgeleid, onder specifieke omstandigheden ongewenste effecten hebben bij gevoelige personen.”

Dit weerspiegelt al het wetenschappelijke werk en de verbintenissen die de industrie in dit dossier heeft aangegaan, bestaande uit :

– Literatuuronderzoek;

– Code voor goede praktijken inzake de zuivering van tarwezetmeelhydrolysaten waarin de industrie zich ertoe verbindt een maximum van 20 ppm gluten/droge stof in de bovenvermelde ingrediënten als kwaliteitsparameter in acht te nemen;

– Analytische studies, inclusief karakterisering en kwantificering van (gluten)eiwitten in tarwezetmeelhydrolysaten;

– Onderzoek naar blootstelling via de voeding;

– In vivo studies naar glutenintolerantie en tarweallergie : “Evaluatie van de veiligheid van tarwezetmeelhydrolysaten (glucosesiroop, dextrose en maltodextrinen) in het kader van coeliakie” en “Risico van residuele allergeniciteit en klinische reactiviteit van tarweglucosesiroop en maltodextrinen bij tarweallergische patiënten.”.

  • Na de uitvoerige evaluatie van de EFSA en op grond van Richtlijn 2007/68/EG betekent dit dat de tarweoorsprong van deze ingrediënten niet op het etiket van de eindproducten voor de consument hoeft te worden vermeld.

De richtlijn is van toepassing met ingang van 26 november 2007.

Wetgevingsachtergrond en -geschiedenis van Richtlijn 2007/68/EG

Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen is gewijzigd bij Richtlijn 2003/89/EG, waarbij het begrip “allergenenetikettering” is ingevoerd.

Volgens deze richtlijn moet op het etiket van “glutenbevattende granen en producten op basis van glutenbevattende granen” altijd de botanische oorsprong ervan worden vermeld. Producten die waarschijnlijk geen ongewenste reacties zullen veroorzaken en waarvan het potentieel om ongewenste reacties te veroorzaken wordt bestudeerd, kunnen echter voorlopig van specifieke etikettering worden vrijgesteld op grond van de evaluatie van voltooid en lopend wetenschappelijk onderzoek waarvan de Commissie vóór 25 augustus 2004 in kennis is gesteld.

Zoals aangekondigd in de AAC-mededeling van januari 2004, heeft het AAC de Commissie op 9 juni 2004 in kennis gesteld van zijn lopend onderzoek naar maltodextrinen, glucosestropen en dextrose op basis van tarwe.

Op 19 november 2004 heeft de EFSA haar advies gepubliceerd over:

– Maltodextrinen op basis van tarwe,

– Glucosesiropen op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose.

– De EFSA-adviezen concluderen dat deze ingrediënten op basis van tarwe:

– “het onwaarschijnlijk is dat zij een ongewenste reactie veroorzaken bij personen met coeliakie” en,

– “het niet zeer waarschijnlijk is dat zij ernstige allergische reacties veroorzaken bij de meerderheid van de personen met een graanallergie”.

Op basis van deze EFSA-adviezen heeft de Commissie op 22 maart 2005 samen met Richtlijn 2005/26/EG de lijst gepubliceerd van voedselingrediënten of stoffen die voorlopig van de etikettering van allergenen worden uitgesloten. Glucosestropen op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose, maltrodextrinen op basis van tarwe en producten op basis van tarwe zijn in deze lijst opgenomen en waren daarom voorlopig vrijgesteld van allergenenetikettering tot 25 november 2007.

Nadat het AAC al zijn wetenschappelijke studies had afgerond, heeft het de Commissie op 1 september 2006 in kennis gesteld van het einddossier. Op 6 juni 2007 heeft de EFSA haar definitieve advies uitgebracht en bevestigd dat deze ingrediënten op basis van tarwe:

– niet zeer waarschijnlijk een ernstige allergische reactie veroorzaken bij gevoelige personen.

– waarschijnlijk geen ongewenste reactie veroorzaken bij personen met coeliakie, mits de (voorlopige) waarde van gluten die door de Codex Alimentarius voor glutenvrij gemaakte levensmiddelen wordt beschouwd, niet wordt overschreden.

Op 28 november 2007 heeft de Commissie de bijgevoegde Richtlijn 2007/68/EG gepubliceerd, die een lijst bevat van voedselingrediënten of stoffen die permanent van de etikettering van allergenen zijn uitgesloten. Maltodextrinen op basis van tarwe, glucosestropen op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose, en producten op basis van tarwe zijn in deze lijst opgenomen. Daarnaast vallen ook glucosestropen op basis van gerst onder deze vrijstelling.

* Ter wille van de continuïteit en de duidelijkheid werden de kennisgevingsdossiers afgerond onder de AAC-rubriek. Sinds 1 januari 2006 hebben de AAC en de aardappelzetmeelproducenten echter besloten een nieuwe vereniging op te richten die dezelfde doelstellingen heeft als de AAC, maar die ook de belangen van de aardappelzetmeelindustrie behartigt. Deze nieuwe vereniging is de AAF (Association des amidonniers et Féculiers – Vereniging van de Europese Zetmeelindustrie). Daarom moeten alle toekomstige contacten over dit dossier worden gelegd met de AAF.

Zoals polyolen. Voor meer informatie, zie http://www.polyols-eu.org

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.