Maria Agnesi was een beroemde vrouwelijke wiskundige. Zij werd geboren in Italië op 16 mei 1718 en overleed op 9 januari 1799 in Italië. Maria was de oudste van 21 kinderen. Haar vader was Pietro Agnesi en door zijn rijkdom kon hij haar de beste leraren van het land betalen. Hij verdiende zijn rijkdom met zijde, maar volgens vele lezingen was hij ook een wiskundige. Maria deed vele dingen, maar haar meest opmerkelijke is bekend als “de heks van Agnesi.”
Maria Agnesi stond bekend als een wonderkind (het “orakel van de zeven tongen” genoemd); tegen de tijd dat ze negen jaar oud was kende ze vele verschillende talen en gaf voorstellingen over haar kennis in een speciale kamer in het huis van haar vader. Zij was erg verlegen, maar zij wilde haar vader een plezier doen en daarom bleef zij haar talent aan vele anderen tonen. Vanwege de tijd en het feit dat zij een vrouw was, werd hoger onderwijs voor vrouwen niet beoefend, dus publiceerde zij op negenjarige leeftijd een Latijns verhandeling waarin zij het onderwijs voor vrouwen verdedigde. Dit werd gedaan met de hulp van een van haar leermeesters.
Toen zij twintig was publiceerde zij “Propositiones Philosophicae”, een serie essays over filosofie en natuurwetenschap. Deze essays zouden vaak onderwerp van discussie zijn en zij zou ze met al haar kennis verdedigen. Haar vrije tijd besteedde zij aan het bestuderen van religieuze boeken en het leren van wiskunde. Zij schreef een nooit gepubliceerd commentaar op de “Traite analytique des section coniques” van de L’Hopital. Een ander boek dat zij had gepubliceerd was “Instituzioni analitiche ad uso della gioventu italiana.” Dit boek was in het Italiaans geschreven, bij haar thuis uitgegeven en was bedoeld als leerboek voor haar broers. Haar volgende boek had twee delen, “Instituzioni analitiche ad uso della gioventu italiana” en werd gepubliceerd in 1748. Dit zou haar veel roem brengen.
Paus Benedictus XIV eerde haar door haar te benoemen tot ere-lezeres aan de Universiteit van Bologna, later werd haar gevraagd de leerstoel voor wiskunde te aanvaarden. Niemand weet zeker of zij die aanvaardde of niet, maar haar naam bleef vele jaren op de rollen staan.
Een ander boek dat zij schreef “Institutzioni analitiche ad uso della gioventu italiana” bevatte geen originele werken van haar, maar het stond vol met voorbeelden. In dit boek besprak Maria een kubische kromme die nu bekend staat als de “Heks van Agnesi”. De naam was een misinterpretatie voor een werk dat “touw dat een zeil doet draaien” betekende.”
Maria’s leven was niet glorieus. Ze vroeg haar vader eens of ze in het klooster mocht, maar hij weigerde. Gedurende de rest van zijn leven deed zij wat hij wenste, maar zij woonde in gesloten kamers van zijn huis en hielp oude zieke vrouwen. Toen hij stierf wijdde zij haar leven aan het helpen van zieke en arme vrouwen en wilde nooit meer over wiskunde spreken. Later werd zij directrice van een inrichting, maar zij droeg alle inkomsten over aan de inrichting. Maria stierf later in het armenhuis en is begraven in een massagraf voor de armen met vijftien andere lichamen.