Schaal – om de schaal van het beeld binnen het gebied aan te passen moet je een van de acht markers verplaatsen. Om de schaal proportioneel te veranderen moet je de marker in de hoek slepen terwijl je de Shift-toets ingedrukt houdt. U kunt waarden voor de W en H parameters in procenten van de oorspronkelijke grootte direct in het Opties palet invoeren. Om de grootte proportioneel te veranderen, moet u het relatieteken tussen de W en H parameters activeren.
Flip – om een afbeelding te spiegelen moet u een van de markers achter de tegenoverliggende marker schuiven. Als u bijvoorbeeld de linker marker helemaal naar de rechterkant van de rechter marker sleept, zal de afbeelding horizontaal spiegelen. Als je echter alleen de afbeelding wilt spiegelen, kun je beter de commando’s Flip Horizontaal en Flip Verticaal uit het menu Bewerken – Transformeren gebruiken.
Roteren – om een afbeelding te roteren breng je de cursor naar de marker in de hoek zodat de cursor verandert in een tweezijdig afgeronde pijl, druk je de linker muisknop in en terwijl je de muisknop ingedrukt houdt, sleep je de cursor. U kunt de rotatie hoek instellen in het Opties palet met de Roteer parameter.
Skew – om een afbeelding schuin te zetten moet u de marker aan de zijkant, de bovenste en de onderste marker slepen terwijl u de Ctrl toets ingedrukt houdt (Command op de Mac). Je kunt de Scheefheids transformatie optie in het Opties palet aanpassen door de H en V parameters in te stellen.
Vorm – het is mogelijk om een afbeelding te vervormen door een hoek marker te slepen terwijl de Ctrl toets ingedrukt wordt gehouden (Cmd op de Mac).
Perspectief – om een perspectief te maken moet je een hoek marker verslepen terwijl je de Ctrl en Shift toetsen ingedrukt houdt (Cmd en Shift in Mac).
Als je twee punten tegelijk wilt verslepen, moet je een hoek marker verslepen terwijl je de Ctrl, Alt en Shift toetsen ingedrukt houdt (Cmd, Option en Shift in Mac).
Om de transformatie te bevestigen drukt u op Enter (Return in Mac) of dubbelklikt u met de linker muisknop in het object. U kunt ook op de knop in het Opties palet drukken.
Om de transformatie te annuleren drukt u op Esc of op de knop in het Opties palet.