Opleiding speelt ook een rol in de publieke opinie over de relatie tussen geboren zijn en nationale identiteit. In acht van de tien EU-landen zijn lager opgeleiden aanzienlijk vaker dan hoger opgeleiden van mening dat het zeer belangrijk is in hun land geboren te zijn om als een echte onderdaan van die samenleving te worden beschouwd. Dit verschil in opleiding bedraagt 24 procentpunten in het VK, 23 procentpunten in Spanje en 19 procentpunten in Polen.
Ter vergelijking: meer dan de helft van de Amerikanen gelooft dat het zeer belangrijk (32%) of enigszins belangrijk (23%) is om in de VS geboren te zijn om echt Amerikaans te zijn. Dit is bijna gelijk aan de EU-medianen (33% zeer belangrijk, 25% enigszins belangrijk).
Godsdienst en nationale identiteit
In het Europa van vandaag lopen de meningen over het belang van godsdienst voor de nationale identiteit sterk uiteen.
In vier van de tien onderzochte landen is een grote meerderheid van mening dat het belangrijk is christen te zijn om als een echte onderdaan te worden beschouwd. Daaronder 54% van de Grieken die zeggen dat godsdienst zeer belangrijk is voor de Griekse identiteit. In de andere zes ondervraagde landen daarentegen vinden de meeste mensen dat godsdienst niet belangrijk is voor de nationale identiteit, waaronder ongeveer de helft of meer in Spanje (57%), Zweden (57%) en Nederland (52%) die zeggen dat het helemaal niet belangrijk is.
De meningen over het belang van godsdienst voor de nationaliteit lopen vaak uiteen langs de generatiegrenzen. Mensen van 50 jaar en ouder zijn aanzienlijk meer geneigd dan mensen van 18 tot 34 jaar om te zeggen dat het behoren tot de dominante godsdienst in hun land zeer belangrijk is voor de nationale identiteit. Deze generatiekloof is het grootst in Griekenland: 65% van de oudere Grieken zegt dat het belangrijk is, maar slechts 39% van de jongere Grieken is het daarmee eens. Het verschil is 19 procentpunten in het VK, 16 in Duitsland en 15 in Hongarije.
Mensen aan de rechterzijde van het ideologische spectrum zijn ook vaker dan mensen aan de linkerzijde van mening dat godsdienst zeer belangrijk is voor de nationaliteit. Deze kloof tussen rechts en links is bijzonder groot in Griekenland (26 punten) en Polen (21 punten). Ideologisch links is vrij seculier in Duitsland (5% zegt dat religie zeer belangrijk is voor de nationaliteit) en Spanje (6%). Ter vergelijking: linkse mensen in Griekenland (40%), Hongarije (26%), Italië (24%) en Polen (21%) zeggen dat het behoren tot de dominante lokale godsdienst belangrijk is om echt Grieks, Hongaars, Italiaans of Pools te zijn.
Bijna de helft van de Amerikanen vindt het zeer belangrijk (32%) of enigszins belangrijk (19%) om christen te zijn om als een echte Amerikaan te worden beschouwd. Opmerkelijk is dat het percentage Amerikanen dat zegt dat godsdienst zeer belangrijk is voor de nationale identiteit ruwweg het dubbele is van de EU-mediaan van 15%.