Anorganische verbindingen zijn onder andere water, natriumchloride, kaliumhydroxide en calciumfosfaat.
Water is de meest voorkomende anorganische verbinding, die meer dan 60% van het volume van cellen uitmaakt en meer dan 90% van lichaamsvloeistoffen zoals bloed. Veel stoffen lossen op in water en alle chemische reacties die in het lichaam plaatsvinden, vinden plaats als ze in water zijn opgelost. Andere anorganische moleculen helpen het zuur/base-evenwicht ( pH) en de concentratie van het bloed en andere lichaamsvloeistoffen stabiel te houden (zie hoofdstuk 8).
Organische verbindingen omvatten koolhydraten, eiwitten en vetten of lipiden. Alle organische moleculen bevatten koolstofatomen en zij hebben de neiging grotere en complexere moleculen te zijn dan anorganische moleculen. Dit komt grotendeels doordat elk koolstofatoom zich met vier andere atomen kan verbinden. Organische verbindingen kunnen dus bestaan uit één tot vele duizenden koolstofatomen die met elkaar verbonden zijn tot ketens, vertakte ketens en ringen (zie onderstaand schema). Alle organische verbindingen bevatten ook waterstof en ze kunnen ook andere elementen bevatten.
Bijdragers en toeschrijvingen
-
Ruth Lawson (Otago Polytechnic; Dunedin, Nieuw-Zeeland)